Art 39
De Leer is de Realiteit niet
RUBRIEK: Bewustzijn Geplaatst op 15 maart 2025
![]() Ik wijd vandaag een volledig artikel, aan wat in wezen een deelproblematiek is van een algemener en fundamenteler probleem: dat van het GELOOF of BELIEF. Deze problematiek heb ik reeds in zijn breedte en diepte behandeld in drie artikels: Wanneer het Belief in de weg zit ; Het verschil tussen een visie en een inzicht; en Het verschil tussen Perceptie en Realiteit. En ik heb dit thema daarnaast in heel wat an-dere artikels aangesneden; dit wijst erop dat het een zeer belangrijke en wezenlijke problematiek is, die men in zijn levenspraktijk met de regelmaat van een klok zal ontmoeten, en die zich keer op keer zal stellen in zijn zoektocht naar zingeving en spiritualiteit. Waarom? In essentie komt het hierop neer: de mens ervaart de realiteit; en als hij niet naar een trein kijkt zoals een koe in haar weide, zal hij die werkelijkheid proberen te be-schrijven en te begrijpen. Ieder dier ver-kent het territorium en landschap waar-in het leeft: het maakt een map in zijn kop met alle jaag-, schuil-, slaap-, voedings-plaatsen op in zijn geheugen. Eekhoorns en eksters weten de plekjes waar ze hun reservevoedsel voor de winter hebben verstopt, en kunnen die terugvinden. Deze kennis is dus belangrijk om te kunnen overleven, en zowel de mogelijkheden van een plaats als de mogelijke gevaren die er kunnen voorkomen, tijdig te her-kennen. Met name de homosapiens heeft zijn succes te danken aan zijn vermogen om een mentale kaart met zijn hersenen te kunnen maken waarin alle feiten, gegevens en ervaringen niet alleen konden worden opgelagen, maar ook nog eens gedeeld met zijn soortgenoten door ze mede te delen dank zij de ontwikkeling van een spraak en van een taal. Aan de ene kant is er dus de REALITEIT; en aan de andere kant is er de KAART of de weerslag ervan. Aan de ene kant is er de werkelijkheid; aan de andere kant is er de KENNIS ervan. Hoe mooi en gedetailleerd men de kaart ook moge tekenen: ze IS de realiteit niet. Hoe mooi en fraai men een kennis kan formuleren , weergeven of uit-drukken: ze IS de realiteit niet. Het zijn voorstellingen of virtuele "maquettes" VAN die realiteit. Hier raken we iets essentieëels aan: aan de ene kant heeft de mens het vermogen ontwikkeld om de realiteit te ver-woorden, ttz te formuleren in begrip-pen, woorden, die toelaten om bepaalde realiteiten te kunnen be-spreken. Iets be-spreek-baar maken, betekent: iets be-vragen, iets onderzoeken, iets aan het denken met antwoorden op vragen onderwerpen. Aan de andere kant kreëert dit vermogen OOK een specifieke problematiek: de schaduwzijde daarvan, is dat men denkfou-ten kan maken, verkeerde voorstellingen kan vormen, een slecht of haastig onder-zoek uitvoeren. Zoals dit het geval is met elke enquête, zal de kwaliteit van de kon-klusies afhangen van de kwaliteit van het onderzoek. ![]() In het Westen heeft men met logika en ratio dit probleem proberen op te lossen. De rationele wetenschap beschouwt de realiteit echter materieëel, en de rationele logika accepteert alleen "feiten" en tastbare zaken als bewijs en argument. Het ver-legt de problematiek letterlijk naar de vorm, omdat alleen kontroleerbare objekten in aanmerking kunnen komen tot geldige kennisverwerving, en het denken zelf moet gebeuren volgens de geldige regels van de ratio. Het heeft niet alleen tot gevolg dat subjekt wordt gesplitst van objekt -met uitsluiting van alles wat NIET "objektief" is-, maar ook en vooral dat het denken als het ware wordt gelijk gesteld aan de techniek van de wetenschaps-beoefening: het moet voldoen aan de criteria van het rationeel-wetenschappelijk denken. De coherente visie die daarachter steekt, is de weten-schapsfilosofie, die voor een soort vicieuze-cirkel-redenering zorgt; op het einde van die denk-rit is de Westerse mens zo doordrongen van de noodzaak van dat rationa-lisme of dit linkerhersenhelft-denken, dat hij het rationeel model als het eni-ge ware beschouwt. Mis dus: het denken staat immers niet ten dienste van een be-paald model of een bepaald -isme of leer, maar ten dienste van de realiteit. De rea-liteit is veel RIJKER dan de rationele visie ze doet krimpen om haar te doen konfor-meren aan HAAR model of kaart. De wezenlijke vragen zijn dus: Wat is het leven of de realiteit?; en: HOE funk-tioneert dat denken waarmee we die realiteit kunnen begrijpen? KENNIS is immers het produkt van dit denken; en niet andersom. Een LEER is der-halve maar waard, wat de kwaliteit van het denkproces is dat erachter steekt. Men kan het denken als een interne dialoog beschouwen, waarbij de denkeR zich be-vraagt -zie de vragen in de figuur hierboven- en zo langzaam opschuift doorheen de bestaanslagen om uiteindelijk tot de kern te komen. De ervaring wordt doorheen die mentale "reis" via verschillende checks als het ware "vertaald" in een antwoord die bij dat bestaansvlak hoort, om uiteindelijk in het Zelf te worden geduid als een in-zicht dat kan worden toegevoegd bij die map of kaart van de werkelijkheid in zijn bewustzijn. Dit maakt duidelijk dat het denken een bewustzijnsakt is, met een INGAANDE stroom van opname of luisteren (yin) waarbij informatie van de buitenwereld ver-werkt wordt; en met een UITGAANDE stroom van uitdrukking of spreken (yang) waarbij de inzichten van de binnenwereld worden mede gedeeld. De UIT-spraak die daarover dan wordt gemaakt, krijgt konfrontatie, feed-back en spiegeling, om een nieuw rondje te maken in de binnenwereld, waar verder aanpassingen of korrekties aan deze tweede "versie" ervaring kunnen worden aangebracht. Niet alle stadia moe-ten telkens gecheckt worden; alleen deze waarvan de informatie afwijkt van de eer-ste verwerking. Teoreties kan een bepaald probleem telkenmale zo'n rondje maken, iedere keer wanneer men ermee gekonfronteerd wordt: waardoor men wijzer en wijzer wordt door verfijning of aanpassing van zijn inzicht erover (zie f. hieronder). ![]() ![]() Bovenstaande figuur maakt duidelijk hoe het denkpatroon verloopt bij mensen die aanhanger zijn van een bepaald belief of geloof: aanhangers van een bepaalde leer, volgelingen van een guru, idealisten die een bepaald -isme aanhangen, geloofs -fanaten, fundamentalisten die een bepaalde doctrine, tekst of filosofie tot hei-lig verklaren. Al deze mensen hebben dit gemeen: zij vinden een bepaalde VOOR-STELLING van de realiteit belangrijker dan de realiteit, en draaien de zaken om. Zij vertrekken niet van de de realiteit waaraan zij dan hun voorstelling aanpassen, maar vertrekken van hun specifieke voorstelling, waartoe zij de werkelijkheid REDUCE-REN of herleiden. Hun hele denkproces is door deze "omkering" ontwricht: er worden bij de inkomen-de stroom GEEN vragen gesteld omdat (volgens hen) "de antwoorden al van tevoren vaststaan": die staan letterlijk en figuurlijk gebeiteld als de 10 geboden in steen, als "voor eens en altijd geformuleerd als de enige, unieke en ultieme waarheid". Vandaar dat gesprekken met zulke mensen quasi onmogelijk zijn: het zijn in wezen dove-mansgesprekken omdat ze niet echt bereid zijn tot luisteren, en bij alles wat men zegt direkt weerstanden of hindernissen maken (de blauwe X's op de figuur). Tel-kenmale wordt men als gesprekspartner "omgeleid" doordat men het gesprek over randgevallen moet voeren, en keer op keer de inspanning moet opbrengen om tégen de stroom van tegen-argumenten in , terug tot de kern van de diskussie te keren. Een believer probeert de diskussie dood te laten bloeden. Elk gesprek verzandt daardoor in randdiskussies die er niet toe doen, of in een slijtagegevecht van het moeten op-boksen tegen een narratief dat men niet wil volgen, maar toch telkens opnieuw als een idee-fixe wordt geponeerd. Uiteindelijk accepteert een believer ook geen andere inzichten die tégen zijn belief zouden ingaan: hij is daarrond gepantserd, en ketst el-ke andere opvatting af als "ongeldig" of "onwaar". De uitgaande stroom daarentegen kent helemaal geen toets- of checkmomenten, maar raast als een hoge snelheidstrein dóór de bestaansvlakken heen: gelovigen zijn erop gericht hun leer met aandrang te willen verspreiden, en dulden in het uiteenvouwen van hun narratief weinig tegen-spraak. Hun tragiek is, dat hun Zelf daardoor afgesloten is rond dat belief, en zij eigenlijk niet anders kunnen dan vicieuze cirkels maken binnen hun eigen leer of geloof. Alleen deprogrammatie kan voor een doorbraak of een bres in dit hermetisme zorgen; mensen met een belief zijn eenpuntig gericht op hun leer en hangen er fana-tiek aan vast (cfr het probleem van radicalisering). Iets tot "heilig" bombarderen, is daarbij dé manier om iets ONbespreekbaar en ON-discussieërbaar te maken: dat staat zogezegd BOVEN "woorden", elk denken, elk ar-gument: het is de "waarheid". Een zwaar beladen en polemies begrip, en boven-dien erg paternalisties en autoritair opgevat: daarover kan niet gepraat worden, dat mag niet in vraag gesteld worden. Het IS zogezegd de realiteit! Is dat zo? ALS een leer de VOLLEDIGE realiteit zou beschrijven en uitdrukken, dan zou hij ook ALLES moeten bevatten. Niet louter teoreties, maar ook in de levenspraktijk. Een dosis realisme en pragmatisme zijn dus steeds het antidoot teggen elke vorm van ideologie; zowel een injektie als een feedback van werkelijkheidszin vanuit de le-venspraktijk en het konkreet leven. ![]() ![]() Die realiteit is immers zo wijds dat ze niet door één enkele kennisleer kan bevat wor-den. De bovenstaande lijst met antwoorden op de vraag "Wat is het Leven?" il-lustreert op treffende wijze dat men op tal van manieren die TOTALITEIT VAN DE REALITEIT kan belichten. Elke invalshoek bevat ZIJN deel van de "waarheid", en belicht een bepaald STUK van de realiteit. Als men dus NIET fanatiek is, en een open geest kan behouden, dan kan men inzien en stellen dat elke leer een bepaald verhaal vertelt: een deelverhaal of stuk van de realiteit. Dit betekent ook dat het begrip "waarheid" geen absolute maar een relatieve inhoud heeft: hoe meer ZIJN verhaal het TOTALE verhaal van de realiteit omhelst, hoe MEER waarheid dit zal bevatten (zie figuur daaronder). Het houdt in dat iedereen een bepaalde perceptie heeft van de buitenwereld naar-gelang zijn eigen instelling/belang/motief/levensvisie vanuit zijn interpretatie in zijn binnenwereld. Iedereen bekijkt het leven en "de realiteit" doorheen zijn eigen bril, en "ziet" daarin wat zijn geest ziet/wil zien. Dit wijst erop dat kijken én zien een bewustzijsakt zijn, want gestuurd door het bewustzijn. En dat wijst erop dat men weliswaar een bril mag hebben, maar dat men met heldere en open blik en vooral zonder oogkleppen moet zien, en dat men met open en klare geest en vooral zonder beliefs moet denken. Men moet de realiteit zien ZOALS die echt is, en niet zoals men die wil zien. En men moet in staat zijn om te denken over de realiteit ZOALS die is, en niet haar proberen te vervormen naar zijn concept, visie, belief toe. Een aantal zaken zijn hierbij vrij fundamenteel en dus van groot belang: 1/Het is nooit ofte nimmer louter een kwestie van kennis. Nieuwsgierigheid of de mentale drang om te willen kennen en weten is uiteraard helemaal niet verkeerd, maar het BLIJVEN verzamelen van kennis of wetenswaardigheden is een soort in-tellektueel spel dat zichzelf blijft voortstuwen om niet tot konklusies te moeten ko-men. De eeuwige student; de wereldvreemde nerd die in zijn gedachtenwereld leeft. De verslaving aan kennis is zoals elke andere verslaving: het biedt een ontvluchten uit verveling, leegte en zinloosheid, en het helpt om zijn problemen in het leven te vergeten. Het is letterlijk en figuurlijk een afleiding, een "omweg": mentale teorie-en en vrijblijvende konstukties vanuit het standpunt van een toeschouwer die niet participeert aan het "gebeuren". Filosoferen wordt aldus gereduceerd tot een soort vrijblijvend spel van woorden en begrippen, zonder konsekwenties of impakt op de 2/Het gezonde verstand maakt niet alleen onderscheid tussen hoofdzaak en bij-zaak, maar vertrekt steeds vanuit wat het wezenlijke of funfdamentele is (zie foto hieronder). En komt er ook telkenmale op terug om te verhinderen dat een gedachte-gang of een gesprek zou verzanden in muggenzifterij. Niet verloren lopen in vitterij-en of onbelangrijke détails die er niet toe doen, is een manier om steeds een over-zicht te bewaren over zijn nadenken of een dialoog. Het is dan alsof men met een drone even zou opstijgen om een duidelijker beeld te krijgen van het gedachten-landschap waarin men bezig is zijn weg te zoeken of uit te stippelen. Het rationeel denken waarbij iedere denkschakel als een puzzelstuk is die moet ingepast worden, is goed in focussen op details (gaat van klein naar groot); het holisties denken is beter geschikt om een overzicht op het geheel te behouden (want gaat van groot naar klein). ![]() 3/ Kant en klare regels worden vaak naar voor geschoven als een "onbetwistbaar" eindresultaat. Zoals dat het geval is met kant-en-klare maalijden, of met de a priori uitgestppelde routes van GPS-systemen, moet men die gewoon "tot zich nemen". Als een doctrine staan de te volgen stappen één voor één uitgestippeld; stap 1 - stap 2 -...... Wat men moet denken of doen staat als een plan duidelijk voorgeschreven. ZELF een maaltijd maken of zelf nadenken, is echter een proces waarvan de uitslag NIET a priori vaststaat. Dat is moeilijker, maar ook zoveel persoonlijker, en vooral: soepeler. Men zit niet in een keurslijf, maar is in staat nodige aanpassingen aan te brengen wanneer dat nodig is. De werkelijkheid laat zich immers niét kisten in "een doos met een plan". De reeks met Jurassic Parc films, illustreren dit stuk voor stuk op treffende wijze. Om de dingen, dieren of mensen "in het gareel" te houden, moet men willens-nillens repressieve en onderdrukkende strategieën gebruiken om de status-quo in stand te houden. 4/Het verschil tussen letterlijk en figuurlijk, berust op de relatie tussen vorm en in-houd. Het rationeel of linkerhersenhelft-denken reflekteert voornamelijk over de vorm en over het woord als letters; terwijl het intuïtief of rechterhersenhelft-denken voornamelijk reflekteert over de betekenis als boodschap. Omdat de vorm drager is van een inhoud -en ZONDER dat laatste slechts een dood omhulsel zou zijn (een fossiel bij een "dode taal")- gaat kennis over de realiteit als een SIMULTAAN proces van ervaring EN denken, als een dialoog tussen buitenwereld en binnenwereld. Beiden verlopen dus noch in een bepaalde chronologie (wat was eerst: de kip of het ei?) maar gelijktijdig, noch los van elkaar. Het zijn kommunikerende vaten van zowel een leer- als bewustwordingsproces. Het rationeel denken onderzoekt de relatie in tijd en in causaliteit (linair), terwijl het intuïtief denken de relatie doorheen de verschillende bestaansvlakken onderzoekt (zoals verduidelijkt op de figuren midden-in). Het besef dat de realiteit bestaat uit VERSCHILLENDE NIVEAU'S of VLAKKEN die met elkaar in verbinding staan, is essentiëel om deze leer-en bewustwordings-processen te kunnen aangaan en in hun kontext te kunnen plaatsen., ttz te begrij-pen. 5/Kontrole hebben we voornamelijk op wat zich in onze binnenwereld afspeelt; wat zich daarentegen in de buitenwereld afspeelt, daar hebben we doorgaans géén kontrole over. Met de laatste kunnen we wel omgaan/leren omspringen naarmate onze ervaring ermee is toegenomen. Het feit dat de puberteit zo'n moeilijke periode is, komt omdat men rond die tijd zijn intrede en omgang met die buitenwereld maakt, terwijl men zijn kindertijd nog in de veilige cocon van de binnenwereld kon doorbrengen. Het vermaledijde Ego vormt daarbij de buffer tussen binnenwereld en buitenwereld, en zeeft zowel wat binnenkomt, als het bewaakt wat buitengaat. De bedoeling daarvan, is de eigen kwetsbaarheid en veiligheid niet teveel te doen bela-gen of in gevaar te brengen. Het regelt de openheid-geslotenheid van de geest: wie teveel open staat laat teveel ongewenste en schadelijke invloeden binnen; wie dan weer teveel gesloten staat, isoleert zich van mogelijke wisselwerking met zijn omgeving. Het komt er dus op aan zoals in alles, steeds een BALANS te vinden, en te weten wanneer men het ene, en wanneer men beter het andere zou hanteren. Op het kontaktoppervlak van het ego speelt deze interaktie zich op op tal van manieren zoals aangegeven op onderstaande figuur. ![]() ![]() |