Art 21
Het Geheugen van het Lichaam
RUBRIEK: Kwalen-Karma-Healing    Geplaatst op 26 juli 2024

Doorgaans wordt de "zetel" van het geheugen in het menselijk brein gesitueerd: het vermogen om "informatie" te onthouden, zijnde op te slaan, vast te houden en te be-waren. Het wordt als het tegenovergestelde van vergeten beschouwd: het loslaten, wissen en verliezen van informatie. Men maakt daarbij onderscheid tussen korteter-mijngeheugen en langetermijngeheugen, zintuiglijk (sensories) en emotioneel geheu-gen, expleciet (declaratief) en impliciet (niet-declaratief) geheugen, maar allemaal worden ze in de hersenen gesitueerd. Dat valt moeilijker met het fotografies geheu-gen en de flitsherinnering.

HOE dat geheugen dan precies werkt is ook een moeilijke: de rationele verklaring is "doordat je hersenen nieuwe verbindingen leggen tussen zenuwcellen". En tegelijk voegt men eraan toe: al je zintuigen leggen herinneringen vast. Dat is een interessan-te opmerking, want het betekent dat het menselijk geheugen een bestand afbeeldin-gen, foto's, teksten, audio en muziek, film en tactiel, ..... heeft. Maar nogmaals: HOE die dan worden verondersteld omgezet te worden in een afdruk in de zenuwcellen is een raadsel. Het zal wel complexer zijn dan de binaire code waarmee bestanden op een pc worden gecodeerd, en de natte droom van veel neurologen om die code te kunnen kraken en dan trauma's te kunnen decoderen bvbv. In feite is er al een tech-niek beproefd die de pretentie had dit te kunnen: het neurolinguistiek programme-ren (NLP). In veel sf-films komt de problematiek van het inplanten van valse herin-neringen of van mogelijke manipulatie van bestaande als thema's aan het bod: valt het menselijk brein te programmeren zoals een ordinaire pc, en valt de menselijke geest dan te brainwashen? Dat zou dan weer de natte droom van totalitaire regimes zijn: de mensen programmeren tot gehoorzame en brave "krachten" (lees: slaven).

Ook hier ligt het knooppunt NIET in het stoffelijke, en zal men dus het "geheim" ook niet vinden in een materiële benadering of verklaring. Men zal wel allerhande "che-miese stoffen" vinden die de neurotransmissie zullen bespoedigen of vergemakkelij-ken (resp. vertragen en bemoeilijken) -aktivators (yang) en remmers (yin)- maar net zoals bij al die andere hormonale stoffen worden die gevormd DOOR de levende mens, en niet omgekeerd. Wanneer men depressief is, maakt men bvb te weinig do-pamine aan; maar niet omgekeerd: men wordt niet depressief OMDAT men geen do-pamine aanmaakt. Het hormoon is een indicator; geen "oorzaak".

Astrologies staat de Saturnus-energie voor de fixatie van een moment of erva-ring: een afdruk achterlaten in de geest. Dat kan ook een gedachte of een kennis zijn, zoals het begrip geweten dit omschrijft: men legt vast in het geheugen wat men weet. Tegelijk drukt het begrip herinnering daarbij uit dat daarmee de kous niet af is: door zich iets terug voor de geest te halen, opnieuw te her-inneren, maakt men het opnieuw levend. Dit is als het ware ons "persoonlijk archief" of de geschiedenis van ons eigen leven, onze biliotheek met chronieken, neergeschreven in een ver-slag in de hersenen. Omdat de opslag-capaciteit van ons geheugen beperkt is, ge-beurt er in de loop van de tijd -dus wat betreft ons lange-termijn-geheugen- een aan-passing van de hierarchie: wat als belangrijk wordt ervaren, wordt naar voor gescho-ven, en de rest wordt net zoals bij bestanden in een pc naar achteren toe gecompri-meerd. Ons geheugen is derhalve geen statiese aktiviteit, maar een dynamiese, waar-bij nieuwe, belangrijke data prioritair worden vastgelegd, en oudere, niet meer be-angrijke data worden verwijderd. Men kan immers niet ALLES onthouden, dus er moet een triage gebeuren. Als men nieuwe boeken blijft kopen, zonder oude weg te doen, geraakt zijn huis tsjokvol. Hetzelfde gebeurt met herinneringen: het vermogen om nieuwe herinneringen aan te maken, gaat hand in hand met het vermogen om oude te vergeten.

Een tweede facet is: een pc heeft weliswaar een geheugen, maar het is de gebruiker of de "bediener" ervan die daar iets in zet. Krak hetzelfde geldt voor onze hersenen: het is een orgaan met een geheugencapaciteit, maar het is de "eigenaar" van het li-chaam die het bestuurt. Zonder het levende bewustzijn verbonden aan het lichaam, gebeurt er niets met de hersenen: het is de denkeR die denkt en van de hersenen gebruik maakt. Van zodra het bewustzijn van het lichaam ontkoppeld wordt, begin-nen de hersencellen af te sterven. Dit houdt in dat het de persoon is die een keuze maakt wat wordt opgeslagen, en wat niet. Dit individueel verschil wordt duidelijk, wanneer personen die hetzelfde hebben meegemaakt, een ander verslag van feiten geven (bvb voor de rechtbank) afhankelijk van hun aandachtsmodus en de aard van hun focus: wat men niet opmerkt of waarvan men zich niet bewust is, dat kan men ook niet "opslaan" in zijn geheugen. Bij traumaverwerking heeft men opgemerkt dat ervaringen die te erg of te gruwelijk zijn om zich blijvend te herinneren, kunnen ont-kend worden en dan verdrongen worden naar de "vuilbak van het onderbe-wustzijn. Maar in het algemeen kan men dus stellen: waarnemen is een bewust-zijnsakt, de waarnemingen duiden (=denken) is een bewustzijnsakt, en zich dingen herinneren (=geheugen) is een bewustzijnsakt.

De vraag HOE deze opslag in het geheugen dan gebeurt, heeft zoals reeds vermeld meer te maken met het LEVEN dan met de materie. Hetzelfde gebeurt bvb wanneer lichaamscellen zich moeten vernieuwen: door middel van de DNA-afdruk worden kopiëen gemaakt van het "origineel". Op die manier worden al onze lichaamscellen om de 7 jaar vernieuwd. Dat is ook de manier waarop oude geschriften initiaal wer-den overgeleverd: ze werden gekopiëerd. In de Middeleeuwen schreven en illustreer-den monniken met monnikengeduld de bijbel na.

Telkens we een herinnering terug in de geest brengen en met ons geestesoog als een film afspelen, maken we er eigenlijk ook een "aktuele" kopie van. Voordeel: deze herinnering wordt terug vers in ons geheugen gestokkeerd. Nadeel: er kunnen lichte vertekeningen of foutjes aangebracht worden vanuit zijn persoonlijke voorkeur en motivatie. Een pessimist zal geneigd zijn om meer klemtoon op de moeilijke of pro-blematiese kanten te leggen; terwijl een optimist meer de klemtoon zal leggen op de positieve en leuke kanten van een levensverhaal.

Eén van de hoofdkenmerken van de Natuur-Aarde is haar gelaagdheid, en dit geeft ons een antwoord hoe we ons dat geheugen moeten voorstellen: als de lagen hout die jaarlijks concentries aan een boomstam worden toegevoegd. Bij een boom bevindt de levende laag -het cambium- aan de buitenkant of periferie, beschermd door een bastlaag met schors. Naar binnen toe wordt door het cambium telkens een nieuwe laag toegevoegd. Hetzelfde procédé vinden we terug bij ouderwetse fimprojectie-toe-stellen en bandopnemers: spoelen waarop concentries film- of geluidsbanden wer-den opgerold (zie foto hieronder). Oude platendraaiers met vinyl-platen of LP's, cas-settedraaiers met cassettes, dictofoons met kleine spoeltjes, en CD-ROM's voor mu-ziek of bestanden werden geconcipiëerd volgens hetzelfde principe (zie foto boven-aan). Zelfs de allereerste computers hadden eerst ettelijke spoelen met papierbanden en later magnetiese tapes voor de instructies (zie foto onderaan).

Men kan dan ook beter begrijpen wat er precies gebeurt bij de ziekte van Alzheimer wanneer deze hersencellen of neuronen worden aangetast en gaan degraderen (zie figuur hierboven). In tegenstelling tot wat bij een gezonde, ouderwordende persoon optreedt nl dat het meer tijd kost om iets terug te verinnerlijken, vooral wanneer het oudere herinneringen betreft (het centrum vervaagt), wordt bij Alzheimer-patiënten niet alleen de neuronenwerking gestopt, maar ook de dichtste herinneringen afge-broken (de periferie vervaagt). Dat is zowel bij een boom als bij het geheugen het te-ken van afsterving. Dat is een heel anders proces dan wat bij een "natuurlijk" sterven gebeurt, waar die pas worden losgelaten wanneer de chakra's zich losmaken van het lichaam, en dus "meesterven" met het ontzield lichaam. Bij Alzheimer gebeurt dit TERWIJL het lichaam als een soort verder aftakelende mummie overblijft; het komt aardig dicht in de buurt van "the living dead" of zombies.

Ik wil niet verder doorgaan in deze uiterst onaangename en pijnlijke realiteit, maar eerder blijven stilstaan bij het aspekt dat zowel het lichaam als de chakra's OOK herinneringen opslaan: de chakra's betreffende bewustzijnsprocessen per chakra die men tijdens zijn leven heeft geleerd (en dus meeneemt als entiteit bij zijn excarna-tie). Het lichaam als een soort chroniek van alle ervaringen en problemen die men tijdens zijn leven heeft meegemaakt. Want elk lichaamsDEEL en elk ORGAAN kor-respondeert volgens de wet van de analogie met een specifieke ervaring. Het is zonder meer duidelijk, dat wie konstitutionele problemen met zijn voeten krijgt bvb, dit overeenstemt met moeilijkheden om zich op zijn levenspad recht te houden.
Oa Louise L. Hay heeft daar een hele lichaamskaart van gemaakt, in haar werk Heel je lichaam over wat terugkerende lichaamssymptomen of -kwalen als signalen inhouden van hoe juist veranderingen in onze diep gewortelde patronen aan te bren-gen. Ook Thorwald Dethlefsen en Rüdiger Dahlke hebben ditzelfde gedaan voor de stofwisselingen in hun boek De zin van ziek zijn. Rüdiger Dahlke heeft dit nog eens overgedaan met heel veel uitleg en voorbeelden in zijn Ziekzijn: signalen van de ziel, voor wat de betreft de verschillende lichaamsdelen. En in het Nederlands heeft Jaap Huibers dat op zijn manier aangepakt: door in zijn reeks Ankertjes over kruiden, dit telkens systematies te belichten bij zijn "kruiden voor".

Ik zou dus zeggen: ben je daar niet van overtuigd, lees één van deze werken, of ge-bruik dat van Louise L. Hay als handboek om je van deze analogieën beter bewust te worden. Ik heb daar weinig aan toe te voegen als verdere "uitleg", dus ik zal mijn aandeel beperken tot een "lijst" die ik zou omschrijven als Lichaamsgeheugen= sporen van leven (zie hieronder). En wel één voor de organen, en één voor de li-chaamszones. Ook hier geldt wat voor al mijn publikaties op het Net geldt: als je daarover nog met vragen zou zitten, of als je daarover met mij zou willen kommuni-keren, je kan dit steeds per mail doen. We leven in het tijdperk van de kommunika-tiemiddelen, toch?