Art 22
Over oude (20ste E) en nieuwe (21ste E) ziektes
RUBRIEK: Kwalen-Karma    Geplaatst 27 augustus 2024
uid

Ik ben geboren tijdens de baby-boom van na de tweede wereldoorlog. Als kind groei-de ik in mijn geboortestad Gent op tussen Lieve en Leie die toen een soort open rio-len waren die uren in de wind stonken van al het afvalwater dat er rechtstreeks in werd geloosd. Van milieubescherming was nog geen sprake, maar er waren genoeg stukken braakland, pleinen en parkjes om in te spelen, en kastanjes om te rapen in de herfst. Bij een klasgenoot die in Sint-Amandsberg "op den buiten" woonde, ging ik salamanders en stekelbaarsjes vangen in een wel nog heldere beek vol waterplan-ten. En met mijn vader ging ik 's zondags vissen aan de vaart. Er reden nog niet zo-veel auto's op straat, en zowel lagere als middelbare school bevonden zich op wandel -afstand van het ouderlijk huis. In dat ouderlijk huis hadden we geen wasmachine, enkel een kleine frigo, en om naar de zwart-wit televisie te kijken, gingen we op be-zoek bij de groutouders langs "moeders kant" die in een beter stadsgedeelde woon-den (het Zuid).

Omdat ik veel last had van verkoudheden en bronchitissen, moest ik nu en dan eens een tuberculose-test ondergaan; tenslotte groeide ik op in een straat vol huizen en weinig groen. Gelukkig was er aan de achterkant van het ouderlijk huis een "koer" die was omgevormd tot een kleine stadstuin, met kolenhok, en met een Japanse ker-selaar die flink opschoot omdat hij op een oude mestput stond. Die was de trots van mijn moeder (de boom, niet de put); mijn vader liet hij onverschillig omdat hij zijn magazijn daarnaast belangrijker vond. Op de lagere school verloor ik een klasge-nootje aan leukemie: hij zag er steeds nogal bleekjes uit en kon niet meedoen aan het turnen. En op het middelbaar had ik een klasgenoot met een door polio verlamd been, die dat in de turnles compenseerde door heel veel armkracht.

Ik evokeer hier in't kort mijn persoonlijke geschiedenis, om te illustreren dat er in een tijdvak steeds ziekten zijn, die de eeuw daarvoor hun opgang en hoogtepunt hebben gemaakt, en als het ware nog hun schaduw werpen op de eeuw die daarna volgt. In zijn strijd TEGEN de ziekte, ontwikkelt de mens keer op keer medicijnen en medikaties om een bepaalde ziekte terug te drijven. Maar het is een never-ending-struggle, want met hetzelfde tempo dat oude ziektes worden bedwongen, steken nieuwe ziektes de kop op die slachtoffers maken. Tenslotte zijn we met veel teveel mensen, en dat is iets wat op het leven op de Aarde weegt.

Er is steeds ook een stoffelijke komponent die een ziekte triggert. In de reguliere of allopatiese geneeskunde spreekt men over een ziekteverwekker: meestal een bacil, een virus, een bepaalde "ziektekiem", maar soms ook een bepaalde stof. Het is onder -tussen geweten dat heel wat stoffen kankerverwekkend zijn, en dat er men dus best niet in te hoge dosis aan blootgesteld wordt. Met zijn technologie heeft de mens ette-lijke chemiese producten gemaakt, die achteraf kankerverwekkend bleken te zijn. Zo bleek het onbrandbare asbest hét ideale bouwmateriaal voor vuurbestendige isolatie te zijn, tot uitkwam dat de asbestvezels longkanker kunnen veroorzaken. Idem dito met insecticiden en herbiciden: het gebruik van DDT werd als een soort universeel wondermiddel beschouwd, tot bleek dat het niet kon afgebroken worden maar werd opgeslagen, met schadelijke effecten voor "goede" insecten (bijen bvb) en vogels. Ik heb in mijn studententijd aan de universiteit campagne gevoerd tegen DDT door sa-men met mijn medestudenten biologie muurtekeningen te maken over hoe DDT in het milieu werd opgeslagen en zelfs tot in de Zuidpool werd gevonden. En in zekere zin heeft dit DDT -en zijn navolgers, want er is helaas "niets nieuws onder de zon"- een schaduw op het roofvogel- en insectenbestand geworpen, die pas vandaag door de afbouw ervan terug in de goede richting beginnen te keren. Idem dito voor het aanbeden plastiek: een wondermiddel met ontelbare toepassingen, waarvan de ver-diensten werden bezongen in heuse tupperware-missen in parties bij mensen thuis. Onmisbaar in het moderne leven, tot nu blijkt dat het product zo onafbreekbaar is, dat de ganse planeet ermee vervuild is, op macroschaal zowel als op microschaal, zo-wel te land als ter zee. Histories gezien , is de bodem van België zo beladen met zwa-re metalen en afvalstoffen van de chemiese industrie, dat hij nog voor decennia kan-kerverwekkend blijft.

De chemiese kunstmeststoffen, de hormoon-preparaten (de pil), de anti-biotica en zelfs de drugs waar zo nonchalant en kwistig mee werd rondgestrooid in de vorige eeuw, werpen dan weer als het ware hun schaduw VOORUIT in een heleboel aandoe-ningen die te maken hebben met het weerstandsvermogen of de immuniteit van de mens. Dat begon met de auto-immuunziekten, de drastiese verhoging van aller-giëen, burn-out en depressie-verschijnselen, en het CVS ( het chronies vermoeid-heidssyndroom). Zorgde destijds de televisie in mijn jongvolwassendheid voor een heuse omslag, dan is in de 21-ste eeuw hetzelfde gebeurd met de computer en de gsm die tot alle geledingen van het bestaan zijn doorgedrongen, van professioneel tot privé en vermaak.

Ik heb op zich niets tegen het fenomeen computer en Internet -anders zou u dit niet hier en nu lezen- maar ik heb wel meer bezwaren tegen de telefonie, en vooral te-gen het principe "overal en ten alle tijde bereikbaar (en dus beschikbaar) zijn". Dat dit niet ten eerste niet erg realisties is, daarvan getuigt de moeilijkheid om ondanks alle mogelijke kommunikatiemedia, nog met iemand rechtstreeks in gesprek te kun-nen komen. Negen op de tien keer, wordt men verbonden met de voice-mail; en be-drijven telefonies kontakteren kost heel wat geduld en tanden geknars om geduren-de meer dan 10 minuten naar een enerverend muzakje te luisteren, om de 20 secon-den onderbroken door een robotstem met "er zijn nog veel wachtenden voor u; ge-lieve .....". Ten tweede impliceert dit een dictatuur van haastige respons op elk sig-naal. Met STRESS tot gevolg. Men krijgt zomaar een bericht, een reclame of een voorstel naar zijn kop gesmeten, zonder dat men tijd krijgt om te reflekteren over het wat en waarom; men moet stante pede reageren. Bij een ouderwetse vaste lijn, krijgt men ondanks alles een paar seconden om zich mentaal voor te bereiden "op wat gaat volgen". Degene die de oproep maakt is steeds in het voordeel omdat hij het gebeu-ren dirigeert; het is niet mogelijk voor de opgeoepene om helder na te denken terwijl hij allerlei informatie over zijn kop gegoten krijgt. Dat is de reden waarom deson-danks alle waarschuwingen en een initiale waakzaamheid, er toch nog zoveel scams gebeuren: door een bewuste strategie om geen tijd te krijgen om te kunnen nadenken word men "overrompeld". Om dezelfde reden kan men in een supermarkt ook niet echt nadenken: in het concept van kopen dat zo'n grootwarenhuis in wezen is, is er geen plaats om te kunnen nadenken. Vreemd toch hé: in een tijd van kommunikatie-media wordt het moeilijk om te kommunikeren; en in een tijd van doorgedreven tech -niek en rationaliteit met alom gebruik van AI, wordt het moeilijk om na te denken.

Al die geweldige haast, al die overprikkeling met allerhande signalen en al die stress om aan de ratrace deel te nemen blijven natuurlijk niet zonder gevolgen. En dan spreek ik niet over al deze mensen die aan deze georchestreerde waanzin niet meer willen deelnemen, en eruit stappen op zoek naar een kalmer, natuurlijker en har-monieser leven met een rustiger tempo en meer diepgang. Dan spreek ik niet over deze mensen die aan de geweldige druk en stress ten onder gaan, en beslissen uit het leven te stappen: dat het aantal zelfmoorden toeneemt, vooral bij jongeren, wijst niet bepaald op een joie de vivre van het systeem. Maar dan heb ik het in de eerste plaats over al deze mensen die niet meer KUNNEN voldoen aan de eisen van het systeem. Typiese ziekten daarvan zijn burn-out's: mensen raken letterlijk en figuurlijk opge-brand onder het helse tempo, de stress en de prestatiedruk. Het chronies ver-moeidheidssyndroom of CVS: men voelt zich helemaal opgebrand, uitgeput, leeg, tot niets meer in staat. En berusten anorexia en autisme niet juist op een vorm van verborgen protest? Neen, ik neem niet meer deel aan dat konsumerisme en die dagelijkse zwelgpartijen die de Aarde leegroven: ik stop (letterlijk) met eten. Neen, ik neem niet meer deel aan die onophoudende stroom van informatie, data en sensa-ties: ik sluit mij (letterlijk) af. En dan spreek ik nog niet over al deze zenuwziekten die ontstaan door een overbelasting van het menselijk systeem door het systeem: van tinnitus dat het opnamesysteem plat legt, tot en met degeneratieve ziekten die de mogelijkheid tot aktie en tot normaal funktioneren kompleet uitschakelen: mul-tipele sclerose of MS, de ziekte van Parkinson, epilepsie die de hersenen voor een tijd uitschakelt, tot en met de ziekte van Alzheimer die de hersenen definitief uitschakelt.

Het basisprobleem hierbij is dat onze kijk op zowel ziekte als op healing hopeloos symptomaties blijft. We beschouwen het menselijk organisme nog steeds als een klein "fabriekje" dat funktioneert volgens de wetten en de criteria van de materie. Voor een deel zijn we dat natuurlijk: we moeten alles doen wat noodzakelijk is om dat fabriekje draaiende te houden. Maar het zou verkeerd zijn dit louter stoffelijk te beschouwen: geen enkel organisme funktioneert louter materiëel, maar staat in verbinding met de verschillende bestaansvlakken. Konkreet betekent dit dat de mens zich niet alleen voedt met eten, maar OOK met emoties, met gedachten, met energie, en dit zowel vanuit zijn eigen systeem geproduceerd (yang), als vanuit zijn omgeving opgenomen en uitgewisseld (yin). En dit houdt dan weer in dat een emo-tioneel of mentaal probleem zich ook kan weerspiegelen of neerslaan in het lichaam, omdat al deze vlakken binnen één persoon met elkaar in verbinding staan. Als "alles met elkaar in verbinding staat" -wat men onder de modernere beschrijving definiëert als "alles door een netwerk met elkaar verbonden is"- dan heeft wat op één gebeurt ook gevolgen op de andere vlakken. Het lichaam kan maw niet alleen ziek worden door het weer of problematiese omstandigheden, maar ook door emotionele konflik-ten, twistgesprekken, negatieve energie, ......

Om deze permanente uitwisseling met de omgeving mogelijk te maken, zijn er DEUREN nodig. Lichamelijk hebben we 5 openingen: de neusgaten, de oren, de mond, de huid en -minder evident want uitgestulpt zenuwweefsel- de ogen. (De anus is meer een soort eenzijdige uitlaat.) Energeties hebben we de 7 poorten: de 7 cha-kra's. Spiritueel hebben we de 4 Elementen: mediums langswaar we mentaal(Lucht), emotioneel (Water), in daad (Aarde) en in bezieling (Vuur) met elkaar en met de we-reld in verbinding staan. Via deze deuren drukken we onszelf UIT in de buitenwereld maar komt net zo goed in omgekeerde zin dingen bij ons BINNEN. Ziektekiemen bvb kunnen langs de lichaamsopeningen, of via de lucht, het water, het voedsel of kwet-suren het lichaam binnenkomen. Daarom heeft elke deur ook zijn specifiek slot die het afschermt wanneer dat moet. En daarom heeft elk medium zijn eigen afweer om indringing te neutraliseren: verbranding (koorts) en vernietiging (Vuur); circulatie en transporteren (Lucht); opslorpen en reinigen (Water); herkennen en inkapselen (Aarde). In onze immuniteit werken deze 4 met elkaar samen: het lymfesysteem (Water), waar de witte bloedcellen patrouilleren (Lucht), ziektekiemen herkennen (Aarde) en elemineren (Vuur).

Deze afweer stelt ons in staat in interaktie te treden met de buitenwereld, en toch ge-zond te blijven. We worden pas ziek wanneer we geen verweer meer hebben tegen wat we in de buitenwereld "ontmoeten". Om echt gezond te kunnen blijven, moet de mens dus in balans zijn op al deze verschillende vlakken. Dit betekent NIET dat hij daarin "vrij" van problemen of konflikten zou moeten/kunnen blijven -wat op zich zelfs een onmogelijkheid is- maar dat hij in staat moet zijn om ALS er zich een welbepaald probleem op een welbepaald vlak aanmeldt, om daarmee om te gaan: herkennen-aanpakken-en oplossen. Kortom dat een "ontmoeting" steeds resulteert in een verwerkingsproces. Zoals dat lichamelijk met ons voedsel gebeurt: we eten iets op, en halen eruit wat we zelf nodig hebben of kunnen gebruiken ttz maken het ons eigen, terwijl we de rest als ballast lozen. Iedere ervaring en ontmoeting, daar moeten we DOOR. Doen we dat, dan verrijken we ons ermee. Vermijden we dat, dan onderbreken we het proces: op dat punt wordt de Levensstroom, de Tao, de uitwisse-ling geblokkeerd, en ontstaat een disharmonie. We worden dus niet alleen ziek door het weer (koude, regen, wind), door tekorten of tevelen, en door ziekteverwek-kers, maar ook door disharmoniëen die in onszelf bestaan: welbepaalde blokkerin-gen die we herhaaldelijk zelf ontwikkelen en in stand houden.

Hoe bewuster men wordt van wat die verschillende bestaansvlakken inhouden, hoe dieper men kan doordringen in een vlak, en hoe duidelijker de bezieling, het mo-tief, het wezen wordt dat erachter zit. ONduidelijke signalen en verwachtingen (Wa-ter), ONduidelijke verwoordingen en gedachten (Lucht), ONduidelijke akties en ge-baren (Aarde), en ONduidelijke intenties en doelstellingen, zijn een gevolg van een zich onvoldoende bewust zijn over hun aard, betekenis en gevolgen. Ze zijn de bron van heel wat misverstanden en problemen. De doorstroming DOOR de verschil-lende vlakken kan ook gestremd of geremd worden, omdat men niet ten volle voor de uitvoering ervan wil gaan: men zit met reserves, twijfels; men aarzelt; men gaat één stap vooruit en één stap achteruit. Men stelt de keuze uit, maar hoe langer men wacht om het touw door te hakken, hoe meer men in een soort "haperingstoe-stand blijft hangen. Met zit vast in een bepaald scenario, een bepaald patroon, een bepaalde problematiek. Een doorbraak blijft achterwege.

Het is geweten dat alkohol bovenpool en onderpool met elkaar verwisselt ttz een mens omkeert: wat verdrongen werd in het onderbewustzijn, wordt naar boven ge-bracht en in dronken staat uitbeleefd (alle frustraities, alles waarvoor men zich schaamt, alle kwetsuren, alle censuren); en het kontrolerend bewustzijn wordt "naar beneden gedrukt". Alcohol zorgt wel voor een doorbraak, maar niet voor een goede: als een mens zich dronken voert, leeft hij letterlijk en figuurlijk ondersteboven. En de verlaving aan alkohol kreëert een zwaarder patroon en probleem dan er al was. Alle drugs en voornamelijk de nieuwe zogenaamde designerdrugs gaan trouwens nog een stap verder: ze shiften de verschillende lagen met elkaar: in zijn ervarings-beeld zijn de verschillende vlakken met elkaar verwisseld. Bijvoorbeeld: men ver-keert in de waan van in de stoffelijke wereld te "staan", terwijl men "surft" door de gevoelswereld. Of men "denkt" dat men gedachten verwoordt, terwijl men in feite bezig is handelingen in de realiteit te stellen. Het spreekt vanzelf dat dit uitermate verwarrend kan zijn, en dat men dit het best in een safe en gekontroleerde situatie doet; iets waar bij de meeste drugsgebruikers juist geen sprake van is. De bad trips waarvan sinds het LSD sprake is, tonen aan hoe de geest in paniek aan het hollen kan slaan, wanneer hij zijn vast perceptiekader verliest en niets meer kan duiden in wat hij ervaart. Dat drugs zoals de Ayahuasca mensen die vast zitten in een patroon, kan helpen om hun perceptiekader open te breken, en verbindingen naar andere vlakken te leggen, is een mogelijkheid; vooral voor hen die zich opgesloten voelen in een pa-troon. Maar het gevaar of het risiko van nog méér verward te worden, wanneer dit proces niet in goede banen wordt geleid door een gids met expertise, is niet denk-beeldig.

Het oplossen van de scheidingen tussen de bestaanslagen kan tegelijk een blik geven op hun verband alover de verschillende vlakken. Bijvoorbeeld: een gedachte die een bepaalde kleur, een bepaalde geur, een bepaalde klank, een bepaalde emotie toont. Maar net zo goed raakt men de draad kwijt, en verwordt de realiteit tot één on-ontwarbaar kluwen. Heel wat van mijn leeftijdsgenoten zijn door drugs "hun weg kwijt geraakt" en in de psychiatrie beland, terwijl nog meer anderen er zijn aan ten onder geraakt. Ook dát zijn eigenlijk "ziektes", maar worden doorgaans niet als dus-danig gekatologiseerd. Lichaam en geest zijn één.