Art 15
De Energie fluktuerend in een Mensenleven
RUBRIEK: Intuïtie-Energie Geplaatst op 9 januari 2018
Dat is het leuke aan continuïteit: 11 jaar nadat ik mijn artikel "De Energie in een Mensenleven" (zie 3 alhier) heb gepubliceerd, komt nu het vervolg erop. Er zijn din-gen die vergankelijk zijn en voorbij gaan: meestal zijn dat de dingen die alleen maar belangrijk zijn in hun nieuws-waarde, maar voor de rest an sich kompleet onbelang-rijk zijn. En er zijn dingen die blijven omdat ze universeel zijn. Hoe de chi in ieder van ons leeft, uitgewisseld wordt, fluktueert, golft, deuken overkomt, healt en wer-velt, is universeel want van alle tijden en kulturen. In de "gouden bal" van onze geboorte hebben we deze energie in zijn totaliteit als een levensgeschenk meegekregen. In het begin nog als een potentie, tot we als kind de eerste aanslagen van de wereld hebben overleefd en er volledig gebruik van kunnen maken. Vandaar dat rond de leeftijd van 8 jaar kinderen een werkelijk tomeloze in-druk kunnen geven: het lijken wel duracel-konijnen die kunnen blijven doorgaan met spelen. Het lijken wel springveren die teveel energie hebben, omdat ze altijd in beweging willen zijn, of één of ander lichaamsdeel willen laten bewegen. Maar spijts die indruk, neemt onze energie-voorraad waarmee we begonnen zijn, met de tijd wel af. Met te leven, komt er sleet en verlies op. Maw: deze energie is eindig. Hetzelfde geldt voor onze DNA: elke cel maakt in de loop der levensjaren weliswaar ettelijke kopieën van zichzelf, maar bij elke kopie bestaat de mogelijkheid én de realiteit dat er iets verloren gaat. Sorry dus voor de believers dat de mens 200 jaar en langer zou kunnen leven: de mens is geconcipiëerd om maximaal 110 jaar of daaromtrent te kunnen worden. En dat is trouwens ook voldoende. Hoe "verslijten" we of verliezen we energie? Vooreerst -dat zullen de wetenschapslui graag horen- door het milieu en het klimaat waarin we vertoeven. De aanslagen op onze energie zullen bepaald worden door de aanslagen op ons lichaam : de hitte of de koude, de wind en de regen, de kwaliteit van of het gebrek aan voedsel, de mikroben en epidemies waaraan men wordt bloot gesteld, de natuurrampen die hem overko-men. Op fysiek gebied geldt: elk ongeval of ziekte die ons in 1 dag overkomen, daar hebben we nadien 1 week nodig om van te herstellen op energeties vlak. Goed, deze dingen zijn dus belangrijk, want het is geweten dat de gemiddelde leeftijd in de Middeleeuwen hier rond de 35 jaar lag , en dat de gemiddelde leeftijd van een dakloze die onbarmhartig is blootgesteld aan weer en ontij, 45 bedraagt. Van honger en ontbering kan men nog steeds sterven, ook anno 2018. Maar anderzijds tonen arme boeren alover de wereld, die het moeten rooien met een armtierig diëet, en een pover maar konstant bestaan , dat men ook in moeilijke omstandigheden gezegend kan worden met een ver gevorderde leeftijd. Dit maakt de queeste van al die Wester-lingen die bioshops plunderen op zoek naar gezonde (en dure) voeding om van hun kwalen en ongemakken af te geraken, tevergeefs: het voedsel dat we eten is niet die heilige graal die onze gezondheid bepaalt. Versta me niet verkeerd: het valt te prefe-reren gezond te eten, maar het volstaat vooral om bepaalde dingen niét te eten, ande-re minder te eten, en vooral voldoende gevariëerd en gedoseerd te eten om lichame-lijk alles te hebben wat ons lichaam nodig heeft. Mensen die al tevéél aandacht en energie aan hun eten of aan hun lichaam spenderen, doet mij denken aan mensen die elke dag hun auto of hun huis poetsen: dat is overbodig. En het is beter die aan-dacht en energie te geven aan dié dingen die echt belangrijk zijn. Zoals daar zijn bijvoorbeeld: fysiek meer bewegen. Want we zijn niet louter wat we eten. Of: wat meer nadenken over het leven en wat men wilt, en waarom. Maar we zijn ook niet louter wat we denken, dus ook: meer voeling hebben of zoeken met onze emoties en gevoelens, om bewust te zijn van wat er in ons leeft. En velen van ons voelen zich leeg, uitgeblust of vervreemd, omdat ze geen konnektie meer hebben met hun eigen zingeving en spiritualiteit. Samengevat: een mens VOEDT zich energeties aan VELE bronnen: fysiek, emotioneel, mentaal, relationeel, sociaal, spiritueel, ....... En de SOM van al deze dingen, maakt onze chi of levensenergie gezond ttz in balans , of niet. Als Westerse mens moeten we derhalve de wetenschappelijk-mate-rialistiese reflex verlaten, om ons ervan bewust te worden dat we bvb niet echt "ge-zond" kunnen zijn wanneer we al onze hoop op slecht één bron zetten, terwijl we op de andere vlakken "verhongeren". Onze energie-centra of chakra's tonen hoe we energie met onze omgeving uitwis-selen: we geven af, en we nemen op. Voor onze energie geldt hetzelfde als voor onze financiële status: wanneer we meer uitgeven, dan we tot onze beschikking hebben, gaan we "in het rood". Dat geldt voor het saldo van één dag: als we teveel spenderen, zijn onze batterijen leeg en moeten we ons doorheen de rest van de dag "slepen". Maar ook op jaarbasis: ieder jaar worden onze batterijen terug met Zonne-energie opgeladen op onze verjaardag. Voor elk individu geldt hetzelfde als voor moeder Aarde: als zijn energie al halfweg het jaar opgesoupeerd is, is dat zoals de natuurlijke bronnen van Gaia al op zijn in augustus (Earth Overshoot Day). Kunnen we nog ver-keerdelijk het idee hebben dat we van de roofbouw op onze Planeet "geen last heb-ben", dan kan dat bezwaarlijk voor onze eigen energievoorraad. Drie belangrijke konsideraties hieromtrent. Vooreerst: we rekupereren tijdens onze slaap. Slapen is dus niet in de eerste plaats domweg moe zijn en niets meer kunnen doen, maar een belangrijk herbronnings-en reinigingsproces: voor ons lichaam dat in rust is, en voor onze geest die niét in rust -in tegenstelling tot de gangbare ideeën daarover- is, worden emoties en gedachten verwerkt en geheald. Yin, de nacht, niet-doen, reiniging, is even fundamenteel en noodzakelijk als yang, de dag, aktiviteit, opbouw. Dus: veel meemaken = veel rusten. Ten tweede: we voeden ons niet alleen met gezond en lekker eten, maar ook met een goed en interessant gesprek, aan een innig en hartelijk samenzijn, aan iets dat ons vervult of ons begeestert, aan positieve respons, aan leuke ervaringen, goede relaties, ..... En ten derde: we staan in voort-durende interaktie met onze omgeving. Met de Natuur, met andere mensen rond-om ons, met alles wat rondom ons leeft. Onze omgeving is dus niet alleen de spiegel van onze eigen vibraties, maar onze energie vibreert ook sterk met wat het in zijn omgeving aantreft. Pragmaties houdt een goed omspringen met zijn energie dus in, van er zich bewust van te worden WAT en WIE hem precies energie geeft, en WAT en WIE hem energie onttrekt.Wat de laatsten betreft: die houdt men beter letterlijk zoveel mogelijk be-perkt, en figuurlijk zoveel mogelijk op afstand. Innerlijk -iets waar men doorgaans minder aan denkt- verdient het aanbeveling al zijn "zaken" zoveel mogelijk verwerkt te hebben. Vroegere relaties, ontgoochelingen, fiasco's, mislukkingen, ervaringen, ... moet men zoveel mogelijk geduid, geplaatst en verwerkt hebben. Is dat niét gebeurd, dan liggen die nog op zijn levenstafel, van waaruit ze energie blijven vreten. En last but not least, van een passend energie-beheer te volgen, door bewust te zijn waar-aan men zijn energie spendeert, hoeveel, en wanneer. Het leven is te kort en te ein-dig, om zijn energie te verspillen. |