Art. 28
(Slanke) Sleutelbloem-Primula
De Primula's zijn een geslacht van laaggroeiende, overblijvende planten die voorkomen in de Noordelijke streken van Europa, Noord-Amerika en Azië.De naam Primula komt van het Latijnse primus=eerste, omdat ze doorgaans als één van de eerste planten in het vroege voorjaar bloeien. De 3 belangrijkste en meest voorkomende soorten zijn: de vulgaris of stengelloze met bloemen op korte stelen dicht bij het bladrozet; de eliator of slanke met bloempjes op sierlijke stelen van 10-15 cm lang; en de veris of gulden met gelere bloemen in een "huls" (bloembodem). Het zijn alle 3 bosplanten, die een standplaats verkiezen in de vochtige humuslaag van bossen, onder heggen, in lichte scha-duw, aan bosranden, of in natte weiden. Hun vroege bloeitijd is een adaptatie aan hun groeiplaats: ze behoren tot de kruidlaag van het bos, en komen in die hoedanigheid vaak voor in het gezelschap van het Maarts Viooltje, de Bosane-moon en Longkruid. Overigens is dit onderscheid tussen de verschillende soorten nogal facultatief: ze kruisen onderling gemakkelijk, wat resulteert in een hele serie bastaarden en "intermedia" die zich moeilijk laten catalogeren. Over de naam sleutelbloem bestaat minder eensgezindheid. Vergeet even-wel Sint Pieter aan de hemelpoort en zijn sleutelbos, want dat zijn typiese godsdienstverhalen om alles een christelijke stempel te kunnen meegeven. Er IS al trouwens een andere plant die zich de naam hemelsleutel heeft toege-eigend (een sedum nl). In het Engels wordt de plant Cowslip genoemd, wat eigenlijk een vervormde uitspraak van "cowslop" en stukken prozaïser is: fret voor de koe. Dan maar gaan voor de symboolfunktie: de sleutel tot de lente? Hum, vraag het aan de bijen: zij weten waarom. Eigenlijk zou de plant beter Sleutelgatbloem genoemd worden, want het is een nauwe mijnschacht waar-in de bijen zich moeten wurmen. Een vernuftige aanpassing om de bevruchting beter te doen lukken, is het be-staan van twee bloemtypes op verschillende planten: bloemen met een korte stijl en lange meeldraden, en bloemen met een lange stijl en korte meeldra-den. Dit verschijnsel noemt men heterostylie (zie foto's onderaan); het heeft tot gevolg dat de bij in haar gewroet om aan nectar te geraken, nu eens stuif-meel aan haar kont, en dan weer op haar snoet doet plakken, zodat ze naarge-lang welk type bloem ze daarna binnenkomt, nu eens stuifmeel met haar kont, dan weer met haar snoet op de stijl aldaar aanbrengt. Het maakt meteen ook duidelijk dat er ook twee verschillende energiëen in de plant huizen. Op het eerste gezicht lijkt de plant met haar bloempjes op lange, sierlijke ste-len tamelijk freel en delikaat te zijn. De Sleutelbloem ervaren we dan ook in-stinctief als "vrouwelijk": we spreken over "zij" en "haar". De noodzaak van veel vochtigheid en eerder schaduw dan felle zon, wijst in de richting van de Water-energie. De bloeitijd van sleutelbloemen kan sterk variëren naarge-lang het type weer in het voorjaar: soms al vanaf eind februari, een paar keer begin maart, meestal vanaf half maart. Bloeistengels met rijm op leveren steeds fotogenieke taferelen op. Kijken we naar het sedert oudsher medici-naal gebruik van Sleutelbloem, dan keren dezelfde toepassingen terug: los-makend, reinigend, drainerend, verkoelend, kalmerend, ontkrampend, pijn-stillend, relaxerend, slaapverwekkend. Uitwendig als kompres op abces-sen, steenpuisten en wonden. Inwendig werkt het licht waterafdrijvend en zweetdrijvend, verkoelend bij koorts, en voert het slijm weg bij ontsteking van de luchtwegen. Alhoewel het GEEN expectorans of typies kruid voor de lucht -wegen is, kan het gebruikt worden bij verkoudheden, hoesten en bronchitis. Alhoewel het GEEN diureticum is, kan het gebruikt worden bij reuma en jicht. Daarom werd de Echte Sleutelbloem (de veris nl) eerst Primula officina-lis genoemd -een erkend geneeskruid-, en daarom is de Sleutelbloem een uit-stekend kruid voor de voorjaarsreiniging. Deze eerste, vrouwelijke Water-energie die in de Sleutelbloem huist, is de Vissen-energie. Het is het verhaal van het violet of de 7de chakra. In de 6de-chakra staan we mentaal in verbinding met de wereld. Wat daarin ver-keerd kan lopen, is dat we kunnen gebrainwashed worden, en dat we allerlei denkfouten kunnen maken door te zien wat er niet is, en niet te zien wat er is. We kunnen ons (gezond) verstand verliezen. In de 7de chakra staan we spiri-tueel in verbinding met de "hemel", het hemelse: de onzichtbare wereld buiten tijd en materie. Positief werkt dit als intuïtieve invallen, voorgevoelens, voorschouwingen, inspiratie, astrale reizen, channelen, ..... Maar het kan ook verkeerd lopen en negatief worden: waanbeelden, visioenen, waanvoorstellin-gen, waanzin, in een droomwereld leven, .... We kunnen onze kop verlie-zen, en als een kip-zon-der-kop door het leven gaan. De Sleutelbloem wordt sedert oudsher gebruikt wanneer deze 7de chakra uit balans is: van een simpele hoofdpijn, al een meer vervelende migraine, duize-ligheid, bevingen, neuralgiese pijnen en andere zenuwaandoeningen tot en met epilepsie, asthma, de ziekte van Parkinson. Het is een doeltreffend mid-del bij hyperaktieve kinderen met slaapproblemen, en bij insomnia in het al-gemeen: het niet kunnen inslapen door angst of stress.De Oude Grieken noem -den de plant Primula paralysis, vanwege haar vermogen om bevingen, stui-pen en "verlammingen" te genezen. De zigeuners maakten van Sleutelbloem een toniserende thee, tegen een zwak -ke maag en zenuwen. En de plant zat in liefdesdranken van de middeleeuwen (men kan er wijn van trekken). Wie last heeft van primula-energie mag deze plant zeker niet gebruiken: sommige personen krijgen donkerrode huiduit-slag met een brandende jeuk wanneer ze met de plant kontakt hebben gehad. Hoe kan dat? Dat komt omdat er in Sleutelbloem nog een andere energie aktief is: de Ram(Mars)-energie. Vandaar dat de Sleutelbloem sedert oudsher bekend is al ver -sterkend middel voor het hoofd: het hoofd is immers het analoge lichaams-deel van Ram. Bij de beschrijving van het profiel Primula in de Homeopathie is één der belangrijkste symptomen: het gevoel van een band rond zijn kop te hebben; men kan geen hoed ophouden. De voeten zijn het analoog lichaamsdeel van Vissen. In de Sleutelbloem leven cohabiteren dus twee extremen. Keren we even terug tot de foto hierboven met de twee verschillende bloemtypes met inverse delen die dit illustreren. Het is geweten dat een overmaat aan yin in zijn tegendeel kan omslaan, yang. Wat hebben kop en voeten, of 7de en 1ste chakra met elkaar te maken? Er kan een inversie optreden: de angst van de 1ste chakra kan omslaan in de 7de, net zoals agressie (ego) kan omslaan in blinde razernij; en de verwarring van de 7de chakra kan omslaan in gebrek aan stabiliteit in de 1ste, net zoals duizelig-heid kan doen vallen. Sleutelbloem kan de harmonie tussen beide extremen, de kop en de levenspool, herstellen. Toch wonderbaarlijk hoe zo'n klein plan-tje zo'n machtig verhaal vertelt. Als ANALOOG KRUID stemt Sleutelbloem dus overeen met het type dat door teveel met de kop in de wolken te leven, vervreemd dreigt te gera-ken van de alledaagse, konkrete werkelijkheid. Zijn droom najagen is natuur -lijk op zich niet verkeerd, maar vaak wordt daarbij het romanties ideaal ge-steld van de kunstenaar (Van Gogh), de revolutionair (Che Guevara) of de heilige (Bernadette van Lourdes) die alles daarvoor opofferen. Het valt echter te prefereren van zijn konkreet leven een stabiele factor te maken die de rust en de mogelijkheden geeft om zijn hemelse roeping te vervullen, in plaats van er een lijdensweg van te maken vol sidderen en beven door kommer en kwel. Als COMPLEMENTAIR KRUID is de Sleutelbloem geschikt voor het prozaïese type, die een materiële welvaart nastreeft, en daarvoor zichzelf een leven van noeste ijver en zware arbeid oplegt. Wetenschap en materialisme missen echter voldoende spiritueel perspektief, om in die welvaart ook een welzijn te schenken. Zich een luxueus bed aanschaffen, ga-randeert niet per se een goede slaap; een rijk gedekte tafel hebben, geeft niet automaties een goede eetlust; en alles kunnen kopen wat men wilt, verzekert nog geen geluk. Een leven zonder spirituele dimensie, voelt saai en vlak aan: men "beloont" zich met lekkere en leuke dingen, maar kent geen diepe en blij-vende levensvreugde. Men blijft dezelfde werkzaamheden en patronen herha-len tot het bittere eind, om zich dan na een leven zonder glans vertwijfeld af te vragen: moeder, waarom leven wij? Van al die stress en angst, begint het hoofd te tollen van kopzorgen. |