Art 19
Kleefkruid (Galium aparine)

Kleefkruid heeft zijn naam niet gestolen: het is een plant waarvan zowel de stengels als de zaden blijven kleven aan kledij, sokken en vachten. "Kleven" is dan voornamelijk vanuit het perspektief van de mens; wanneer we de plant onder het vergrootglas bekijken (foto's hierboven) kunnen we op elk deel van de plant stijve haartjes zien, die naar beneden gericht zijn en daardoor als weerhaakjes fungeren. Haakkruid ware dus eigenlijk een toepasselijker naam, want de plant werkt zich aan andere planten en struiken naar omhoog door zich aan hen vast te haken. Hierdoor ontstaat een wir-war van stengels die een soort vlechtwerk maken, dat de rest kan overwoekeren of zelfs "wur-gen". Omdat Kleefkruid hierbij tot een hoogte van 1m20 kan gaan, was het vroeger een gevreesd onkruid op de akkers. Het overwoekert immers de ge-kweekte gewassen en drukt ze naar beneden, waardoor die niet alleen vatbaar -der worden voor ziektes en plagen, maar wat ook tot een verlies aan kwali-teit en opbrengst kan leiden. "Kussens" van Kleefkruid kunnen aldus niet al-leen maaidorsers lamleggen, maar bovendien mogen er geen Kleefkruidzaden in graan voorkomen, of het wordt gedegradeerd tot dierenvoer. Met een beet-je fantasie kan men beweren dat het principe van de klittenband of velcro werd geïnspireerd door Kleefkruid. De Engelse naam Cleavers komt van "cleave"= splitsen, klieven; andere namen zijn Catchweed en Stickywilly.

De soortnaam Aparine verwijst hier eveneens naar: het komt van het Griek-se "apairo"= vastnemen, beetpakken. De geslachtsnaam Gala komt eveneens van het Grieks en betekent melk; het verwijst naar de eigenschap en het ge-bruik om melk te doen stremmen bij de kaasbereiding. Kleefkruid is verwant aan Walstro en Lievevrouwebedstro, en behoort tot de familie der Sterbladi-gen of Rubiaceae: de smalle, lancetvormige blaadjes staan in kransen rond de stengel.

Het is een kultuurvolger die, door gebruik te maken van de nieuwe opportu-niteiten die de mens kreëert door grote stukken land om te werken tot voed-selrijke akker- en tuinbouwgrond, zich over de gematigde zones van hele we-reld verspreid heeft. Hij komt algemeen voor in Europa, Afrika, Azië en Noord-Amerka. Niet slecht voor een onbeduidend "onkruid" dat zijn karrière gestart is in het kreupelhout.
De plant oogt er dan misschien onbeduidend en weinig attraktief uit, met haar minuskule bloempjes en haar kleverige eigenschap die zich leent tot "pestspelletjes", maar die daarnaast toch eerder wrevels oproept wanneer men zijn sokken of de pels van zijn kat of hond telkens moet leegplukken van de vruchtjes. Maar helemaal anders is het gesteld met de geneeskracht er-van: dan blijkt dat "ordinair onkruid" bijzondere werkingen te hebben.

Dit blijkt onder meer uit de moeilijkheden om het ASTROLOGIES ID van Kleefkruid op te stellen. Iedere auteur lijkt wel een STUKJE van de rijke en complexe samenstelling van dit kruid te hebben gevonden, maar al die af-zonderlijke puzzelstukjes passen slecht in elkaar. De eerste medicinale bevin-dingen als kruid voor huidproblemen en voor de waterafdrijving, leken in de richting van Steenbok-Saturnus te gaan. De stengel van de plant is inder-daad vierkant, en taai-vezelig. Een kennis van me had gelezen dat Kleefkruid goed was tegen eczema, en had er niet beter op gevonden dan zijn huid met vers kleefkruid te schrobben. Maar iedereen die de stengels uit zijn tuin heeft weggenomen, heeft ervaren dat de haakjes eraan lelijke striemen kunnen ma-ken. Men moet Kleefkruid dus vers persen in de sappers, vers versnipperen in soep of ommelet, of gedroogd in een thee gebruiken.
Maar goed, de bevindingen van de homeopathie bleken deze denkpiste te bevestigen: als Galium Aparine tinctuur wordt Kleefkruid er gebruikt bij acu-te huiduitslag, (vooral droog) eczema, zweren, knobbels en psoriasis; alsook als diureticum en als middel tegen overgewicht bij hen die teveel water in hun weefsels vasthouden. Het Aarde-type wordt in de oude momenclatuur het melancholiese type genoemd vanwege zijn tendens tot verharding (sclerose) en "verstening": stijve gewrichten door reuma, stenen (in nieren, blaas en gal), en verharde klieren. Kleefkruid-thee wordt zowel inwendig gedronken, als uitwendig als omslagen toegepast bij deze aandoeningen.

De astroloog-botanicus Culpeper (17e eeuw) deelde Kleefkruid onder bij de Kreeft-Maan-kruiden. Weliswaar is Kleefkruid niet bepaald het schoolvoor-beeld van een sappige plant met weelderige bladergroei, want dat is voorbe-houden voor VolleMaan-kruiden. Kleefkruid is eerder een NieuweMaan -type. De Maan-kracht werkt daarin voornamelijk op de reiniging van weef-sels en het kopiëren van cellen. Dat het daarin verkeerd kan lopen, bewijst de ziekte kanker wanneer verkeerd gekopiëeerde cellen aan een wildgroei beginnen. Men moet echter uiterst voorzichtig zijn om kruiden als middelen tegen kanker voor te stellen; hun voornaamste werking berust erin de ziekte te voorkomen. In ieder geval wordt Kleefkruid gebruikt bij opgezette klieren in de borst (mastopathie) die de borsten vaak vatbaar maken voor kanker: het verkleint de soms pijnlijke knobbels in fibrocysties borstweefsel. En het wordt ook gebruikt bij kankerzweren in de tong.
Andere Kreeft-kenmerken is het feit dat het pluimvee, kippen en ganzen voor-op, dol zijn op kleefkruid. Daarom wordt Kleefkruid in het Engels soms ook Goosegrass genoemd.

Maar er is nog een derde energie die in Kleefkruid huist, die voor andere geneeskrachtige werkingen zorgt. Het netwerk van afzonderlijke Kleefkruid-stengels die in hun kruisingen knopen maken, roept de analogie op met het lymfe-systeem, dat eveneens bestaat uit een vatenstelsel met in de knoop-punten lymfe-klieren, die tesamen het menselijk immuniteitssysteem uitmaken. Heel zeker in Corona-tijd, is het aangewezen om zich te verdiepen in dat natuurlijk immuniteitssysteem. Men kan er twee gordels in onderschei -den: een buitenste gordel of ring in het hoofd waar de buitenwereld naar bin-nen komt, en de binnenste gordel van het circuit van lymfevaten zelf dat para-lel loopt aan de bloevaten en zenuwbanen.

In het hoofd is het lymfeklierweefsel op een paar plaatsen verdikt tot amandel -vormige klieren; de neus"amandel"(of poliepen; het adenoïd), de keelaman-delen (tonsillen) en de tong"amandelen". Die amandelen vangen binnendrin-gende ziekteverwekkers op, en maken ze onschadelijk met hun politie-macht, de witte bloedcellen. Kunnen ze de hoeveelheid binnengedrongen mikroben niet meer aan, dan kunnen zij zelf onstoken worden, en zwellen op. De neus-amandel is net zoals de thymus-klier in de borst vooral in de kindertijd aanwe -zig omdat het immuniteitssysteem dan nog moet opgebouwd worden; daar-na verkleinen beide. Echt besmet met het Corona-virus is men bijgevolg pas wanneer die amandelen ontstoken zijn en beginnen slijm te maken. En men kan ook begrijpen waarom men niet meer kan ruiken of proeven, zoals dat ook bij gewone verkoudheden of griep het geval is trouwens.
Gezwollen of opgezette klieren is iets waar het gevoelige WATER-type vooral last van kan hebben, waarbij de klieren er dan als een soort knobbels beginnen uit te zien. Om deze reden wordt het Water-type ook wel eens het scrofuleuze type genoemd: klierachtig. Gezwollen klieren wijzen op stress of overspanning: wanneer men het gevoel heeft tegen iets (uit de realiteit) niet op te kunnen, dan kunnen naar analogie ook de klieren beginnen op-zwellen.

De empirie heeft uitgewezen dat Kleefkruid op het lymfesysteem en lymfe-klieren positief-tonifiërend inwerkt, ontstekingen ervan tegengaat, klierkoorts kalmeert en blokkaders in het lymfesysteem opheft (zorgt voor lymfe-draina-ge). Omdat het lymfesysteem de yinne paralel aan de bloedsomloop is en voor de opruiming en reiniging zorgt, kan men Kleefkruid dus in als een soort detox gebruiken wanneer zijn gestel daaraan nood heeft. In het voorjaar kan men daartoe jonge scheuten als een groente eten.

Omdat Kleefkruid ook sterk inwerkt op het urogenitaal stelsel, wordt het duidelijk over welke Water-energie het hierbij gaat: Schorpioen-Pluto. Zijn algemene vochtafdrijvende en diuretiese werking, berust op een specifieke in-werking op blaas en nieren, waardoor Kleefkruid ook wordt toegepast bij nier- , urinebuis- en blaasontstekingen, en andere problemen van de urinewe-gen, vooral indien die met pijn gepaard gaan (moeilijk of niet kunnen wate-ren; brandende urine). Daarnaast ook bij bedplassen bij kinderen en bij een geïrriteerde prostaat en prostatitis bij oudere mannen. De wortels van Kleef-kruid bevatten een rode kleurstof die de Native American niet alleen gebrui-ken om te "dye-en", maar ook om gonorrhoea te behandelen en om "succesvol in de liefde te zijn". De herborist John Gerard (16-e eeuw) vond dat Kleef-kruid een uitstekende remedie tegen de beten van slangen, spinnen en andere giftige kreaturen was. Vogels die veel kleefkruidzaden eten, krijgen beenderen en pluimschachten die rood aankleuren. En men heeft bij Kleefkruid ook het vermogen ontdekt om herbicides-bespuitingen te overleven door resistente mutaties te ontwikkelen. Allemaal het werk van die sterke Scorpio-energie. En indien je nog niet overtuigd zou zijn: kijk eens naar de foto hier rechts-onder, en wat dit bij jou oproept. Duidelijk toch?

ASTROLOGIES is Kleefkruid dus de unieke kombinatie van 3 ener-gieën: Saturnus + Pluto + (Nieuwe) Maan.

Zoals Kleefkruid voor zijn groei en verspreiding rekent op de steun van an-dere planten en dieren, is het als ANALOOG KRUID , een kruid voor het menstype dat rekent op DE ANDERE. Hij laat die ander dus het vuile werk doen, of de hete kastanjes uit het vuur halen, maar blijft zelf strategies op het "veilige" achterplan. Soms verbergt zo iemand zich achter een partner; of laat hij als ouder zijn kind zijn droom waar maken. Jarenlang kan hij aldus ge-kleefd blijven aan iemand als zijn schaduw, of kan hij "de ander" als alibi gebruiken om zijn eigen potentiëel niet te ontplooien. Dit blijft niet zonder ge-volgen: zijn eigen geest wordt een soort verontreinigd moeras, en zijn eigen lichaam en energie komen vol knopen te liggen: blokkeringen of stagnerin-gen als gevolg van zijn remmingen om zijn kwetsbaarheid te beschermen (lees: te verbergen).
Zoals dat ogenschijnlijk slap plantje niet zo weerloos is als het eruit ziet, maar schrammen bij aanraking doet oplopen, is naar analogie de Kleefkruid -mens die steun en hulp vraagt, in wezen niet zo "hulpeloos" als hij zich voordoet. Hij bezorgt nogal eens wie hem ter hulp komt, schrammen op de ziel, omdat hij al bij al weinig konsideratie heeft voor de kwetsbaarheid en gevoeligheden van hen die hij om ruggesteun vraagt. De omgang met een Kleefkruid-mens kan daardoor letterlijk en figuurlijk gepaard gaan met wrijvingen die een "branderig gevoel" nalaten. Zelf ervaart de Kleefkruid-mens dat eerder als "vanzelfsprekend" dan als problematies: het behoort tot het onaangenaam karakter van het leven; het is "de normale gang van zaken".

Als KOMPLEMENTAIR KRUID past Kleefkruid het bij het type dat juist helemaal geen hulp verlangt, of wil vragen. Het onafhankelijke en op zichzelf gekeerde menstype, dat anderen niet met zijn problemen wil be-lasten en ze liever zelf op zijn eentje oplost: ikke alleen! Een einzelganger, die moeilijk inmenging of bemoeienissen van anderen kan verdragen, en steeds een muur of afstand tussen hem en de ander laat. Maar tegelijk is er ook een onvrede van links te worden gelaten, en niet door een groep of kring te worden opgenomen: een kwaadheid die met de jaren kan neerslaan in zijn urogenitaal systeem als "versteningen" of ontstekingen. Zo iemand moet zijn frustraties en irritaties niet doen groeien door kritiek te spuien op anderen, maar een thee van Kleefkruid drinken om relaxt na te denken hoe hij zijn in-teraktie met anderen kan verbeteren en verlevendigen. Kleefkruid is in staat om vastzittend karmies puin dat zich in de loop der jaren heeft opgestapeld, los te weken, en af te voeren.

In de Chinese kruidengeneeskunde wordt Kleefkruid als Zhu Yang Yang de-volgende werkingen toebedeeld: vermindert zwellingen, verdunt toxines, lost stenen op, ruimt "vochtige hitte" op, en brengt blokkades van chi terug in beweging.
Omdat Kleefkruid het bloedverdunnende cumarine bevat, mag het niet ge-bruikt worden wanneer men al bloedverdunners gebruikt. En omdat het wa-terafdrijvend is, gebruikt met het ook beter niet wanneer men al "plaspillen" inneemt.

Mijn behandeling van dit kruid is het langst van alle kruiden uitgevallen. Dit was nodig om alle facetten van dit veelzijdig kruid te onderzoeken en te be-schrijven in een coherent verhaal. En dit was noodzakelijk om te illustreren welk mooi verhaal zo'n "ordinair onkruid" te vertellen heeft. Soms denkt men zijn heil te moeten zoeken in verre exoten, terwijl men zijn neus ophaalt voor een ordinair kruid "van bij ons". Maar vaak is het tegendeel waar: men geeft fortuinen uit aan dure exotiese kruiden, terwijl er in zijn direkte omgeving zo'n onooglijk kruid groeit, wiens belang als geneeskruid schromelijk onder-schat wordt.