Art 14
Het Geneties Paspoort van de Guppy
RUBRIEK: Guppy Kweek Geplaatst op 20 juli 2020
Links en rechts is er op het Internet heel wat informatie te vinden over de poecilia reticulata. Maar meestal is dit erg fragmentaries: het zijn stuk-ken informatie over een bepaald aspekt. Er zijn wel een paar namen ook van figuren die in de loop van de 100 jaar dat de gup ingeburgerd is, baan-brekend werk hebben verricht -en die dan ook heb vermeld in mijn vorige artikels wanneer dat relevant was-. Maar een globaal beeld van het volle-dige guppy-verhaal krijgt men daardoor weliswaar niet. Deels komt dat ook omdat de gup wereldwijd wordt gekweekt, en er dus tegenstrijdige ekonomiese belangen kunnen ontstaan, tussen wie voor het eerst een bepaalde gupstam kan kweken en dus ook kommerciëel kan maken. In die optiek pleit ik voor een vorm van "immuniteit" voor al deze nieuwigheden die op de markt komen, en geen echte innovaties zijn. Daarmee bedoel ik: nieuwigheden OM de nieuwigheden zijn zelden een goed idee, en heel zeker niet in het "voordeel" van de gup zelf. Of het nu guppen zijn met verlengde en uitgerafelde vinnen, guppen die eruit zien als koi's met uitwassen op hun snoet, of vissen in aartslelijke of monochrone kleuren, deze "gedrochten" verbeteren in geen enkel opzicht de gup-popu-latie. Ze zijn gekreëerd door menselijke manipulatie. Dat stelt meteen ook de vraag hoever de mens kan gaan met Frankenstein-freaks te kreëren die tegen de krachtlijnen van de natuur ingaan. Zet zulke cultivars terug in het wild uit, en ze blijven geen 5 minuten in leven. Aan de andere kant heeft men de guppyclubs die dat grenzeloos "kweek-experiment" in goede banen proberen te houden door standaards en richt-lijnen op te stellen. Goed, maar ook hier geldt wat bijvoorbeeld voor de bokswereld opgaat: er bestaan verschillende federaties die onderling in strijd liggen wie het meest invloed heeft en dus het "belangrijkste" is. In intellektuele middens wordt ook nog eens vaak een bikkelhard man-op-man gevecht geleverd: niet fysiek uiteraard, maar met verbaal geweld. Heeft Philip Shaddock met zijn opus Guppy Color Strains de bedoeling gehad om alle bestaande informatie over de gup eens systematies te bun-delen? Of had hij daarmee de bedoeling zijn eigen autoriteit in de guppy-wereld voor eens en altijd te stellen, en tegelijk het zwaartepunt van de gupkweek in de USA te leggen? Veel Aziaten ergeren zich nogal eens aan het paternalisme van per se in het Engels te moeten kommunikeren of publiceren. Binnen de intelligentia (= intelligente personen?) heerst nogal eens de nei-ging om "het eigen gelijk" te kultiveren en de eigen positie te bevestigen door anderen aan te vallen (alweer: verbaal-mentaal natuurlijk). Uit de schuchtere kontakten die ik met zowel binnenlandse als buitenlandse kop-stukken heb gehad, kan ik niet anders konkluderen dat ze naar boven toe flemen, maar naar onderen toe schieten. In plaats van zich door een nieu-we visie of een nieuwe persoon aangevallen te voelen, zouden ze er beter aan doen samen te werken om de kennis over de gup te vergroten en te verdiepen. Een deel van de fragmentatie is precies ontstaan door een gebrek daaraan, omdat iedereen voor "sant in eigen land" wil spelen, en zijn eigen positie verdedigt, in plaats van de inzichten te laten spreken. Ik heb in mijn vorig artikel de Rus Storozew vermeld, in zijn lofwaardige po-ging om een coherent model voor de erfelijkheid van de guppy op te stel-len (zie bovenste foto midden). Welnu de publikaties van deze Rus worden niet echt in het Engels vertaald (maar de afbeeldingen daarvan worden wel uitvoerig verspreid), wat van een zekere boycot getuigt vanuit een "bepaal-de hoek". Ik heb de in het Engels (gedeeltelijk) vertaalde tekst kunnen vin-den in de serene en aangename website Honourable world guppy club van Daniel Milaczewski. Ik laat die "diskussie" -die er vaak geen is, want in de kiem gesmoord voor ze kan beginnen- voor wat ze is, om mij te focussen op mijn eigen aandeel in het gupverhaal. Reeds als 13-jarige jongeling was ik bezig met de erfe-lijkheid te ontrafelen. Aanvankelijk niet van de gup -in die tijd nog lebistes reticulatus- maar van de zwaarddrager of xipho. Hier en daar heb ik daar nog enige paperassen van terug gevonden: ze zijn een beetje vergeeld door de tijd, maar nog steeds relevant. (zie figuur hierboven). Later heb ik mijn studieobjekt logieser- en natuurlijker-wijze verplaatst naar de guppy, die door zijn enorme kleurenrijkdom en -variatie een gro-tere uitdaging betekende. Gedurende de 18 jaar dat ik als jonge man gup-pen heb gekweekt, was ik al aardig opgeschoten in het proberen opstellen van het geneties paspoort van de gup. Als ik mijn notities uit die tijd nog eens doorneem, kom ik tot de konstatatie dat ik de krachtlijnen die ik nu als ouderling heb uitgewerkt, toen al had "ontdekt" en neergeschreven (zie figuur hieronder). Een realiteit die schromelijk over het hoofd wordt gezien in de guppy-kweek, is het principe van bezetting van de allelenparen. Men vertrekt automaties van een maximale bezetting, wat allicht ingegeven is door het kweken van recessieve homozygoten, bij wie inderdaad voor DIE bepaalde kleureigenschap of specifieke pigmentsoort alle "plaatsen" maximaal bezet zijn. Maar tegelijk zijn ze voor ANDERE kleuren juist minimaal bezet; dat impliceert de "logika" van homozygote kweek immers. Bij wilde gup-populaties -de zogenaamde feral guppies- kan men een situatie zien waarin VELE plaatsen een BEETJE bezet zijn. Het is dus helemaal NIET zo dat door mensenhand de gup-genetika "verbeterd" werd; het is zo dat door mensenhand in één welbepaalde uithoek van het erfelijk materiaal, iets werd geconcentreerd. Dit is erg belangrijk om zich twee dingen te rea-lizeren. Ten eerste: de vraag hoe VER men daarin kan gaan, zonder de vis als soort schade te berokkenen. En ten tweede: dat men als kweker steeds te kampen zal hebben met een regressie: een terugval naar minder homozygotisme, ter bescherming van de genenpoel van de soort. Niet alleen wat betreft de staartvorm: bij een stam van dubbelzwaarden bijvoorbeeld, zullen er steeds in de nakomelingen een relatief groot per-centage guppen zijn waarvan de zwaarden dikker en korter, of ongelijkma-tiger (het onderzwaard zal langer zijn cfr de xipho; het bovenzwaard zal sneller teruglopen) zullen zijn. Maar ook wat betreft de kleur. Even ons concentreren op hetvolgende gegeven: de fameuze "kleurstammen" waarop de indeling berust (Guppy Color Strains), zijn weliswaar types die van elkaar verschillen, maar deze indeling berust NIET op kleur als dusdanig (wel op pigmentatie, tekeningen of staartvorm). Anders berustte de basis -indeling OP het verschil in kleur, en werden de types dan verder onder-verdeeld naar de andere kenmerken: gele snakeskin, geel onderzwaard, ..... Een konkreet gevolg hiervan, is dat de eigenlijke bezetting van de genen-plaatsen voor kleur kan verminderen, en dat men dus "prachtguppen" met fletsere kleuren kan krijgen. De kleuren worden valer of vuiler, en de gup verliest zijn helderheid, wat toch nooit de initiale bedoeling kon zijn. In de tijd van de triangels rond de jaren 60-70, kreeg men dan guppen met fraai uitgegroeide en perfekte triangels, maar waarvan de lichaamskleuren nogal flets waren. En nu, in de tijd van al die pigmentvormen en eindeloze krui-singen die het geneties materiaal meer en meer versnipperen in stukjes gefixeerd genoom, krijgt men kombinaties die "uitgeprocedeerd" zijn , of die er niet meer toe doen vanuit hun nietszeggende mikmak. Voorbeelden daarvan zijn te over op het Internet te vinden; een paar daarvan hiernaast links (de laatste door kruisingen met Endlers). Kortom, als IK over kleuren spreek, dan bedoel ik echt de kleuren. Het con -cept dat die kleuren gevormd worden door reflektie van de pigmentcellen, is hierbij al even weinig relevant als het concept dat we kleuren zien door reflektie door de objekten. Dat is het mechanisme DAARACHTER, maar zal me worst wezen. Als ik een muur in het blauw wil verven, zal ik blauwe verf kopen. En als ik een blauwe guppy wil kweken, dan moet ik een gup kweken met de genen voor blauw. In de eenvoud ligt de waarheid. Zoals ik reeds heb vermeld bij de uitwerking van het aantal kombinaties van 4 kleuren voor 4 allelenparen op de vorige pagina, kunnen derhalve bepaalde allelenplaatsen onbezet zijn. Hoe moet men zich dat dan voor-stellen? Wel, vermits men het vaak eens hoogdravend heeft over guppy-design, refereer ik om dit uit te leggen naar web-design: in de html-code kan men plaats "opvullen" met & -nbsp; . In de tuin-design spreekt men over "ga-ten-opvullers": bepaalde (onopvallende en groene) planten die de ruimtes tussen de blikvangers opvullen. En in de DNA-code bestaat iets soortge-lijks: genen die "neutraal" zijn en aansluiten bij de wildkleur en die plaat-sen opvullen met "geen kleur" om voor een zekere balans te zorgen. Prachtguppen die door de mens gekweekt worden zijn doorgaans niet le-vensbestendig: ze springen teveel in het oog; zijn te weinig gekamoufleerd. Dat was het laatste aspekt dat we nodig hebben, om de genetiese code van een gup te kunnen opstellen. Noteer: dit is GEEN wetenschappelijke me-thode. Het is wel een empiriese methode die berust op kennis van de gup en de erfelijkheid, en op nauwkeurige en langdurige observaties. Strikt ge-zien, is dit niet eens noodzakelijk om dat te kunnen. Maar ik was het beu om rond de oren te worden geslagen met informatie die ik niet ter zake vond. En ik vond het wel noodzakelijk daar een ANDER model tegenover te stellen dat wel korrespondeert met mijn visies en mijn manier van waar-nemen en denken. Zoals je op de figuur hieronder kunt zien, heb ik dat paspoort verdeeld in een paar (logiese) vakken: geslacht, grondkleur (wildkleur, albino of blond), special effects (metallic, platinum, gold, stoerzbach), tekeningen en patronen (effen, HB, Moscow, Lace, Snakeskin, ... ) met hun horizontale en vertikale segmentatie; en dan de kleuren, de vlekken en de speciale teke-ningen (met hun segmentatie=plaats) van lichaam en van staartvin (type, tekening, kleuren en caudale ster, één van mijn stokpaardjes). Alles bij elkaar goed voor 70 allelenparen, dus genoeg gedétailleerd. Ik heb dat uit-gewerkt voor een vis die ik destijds heb gekweekt (en niet perfekt was). Ik zou zeggen: vergewis je zelf. En ik zal mijn artikelreeks over de genetika van de guppy afsluiten met: ik hoop dat ik voor jou lezer hiermee iets heb kunnen verduidelijken. Met mijn dank voor je aandacht. |