Art 18
Guppy: de Genetika Herbekeken
RUBRIEK: Guppy Kweek Geplaatst op 3 september 2020
De meeste guppy-houders en zelfs de meeste guppy-kwekers zijn "maar" gewone mensen. Ik bedoel daar niets denigrerends mee, maar ik bedoel ermee dat hun kursussen ten na om af te studeren, "wetenschap" in hun dagelijks leven en in hun hobby-beoefening meestal ver van hun bed ligt. Wanneer dan academies geschoolden met een wetenschappelijk systeem voor de dag komen, dan zullen ze niet licht deze voorstelling van zulk aca-demies geschoolden in vraag durven stellen. Je moet al een collega van het Oostblok cfr Storozew en Apriatin zijn om dat te durven. Vaak ontbreekt hen ook de know-how om de zwakke punten of de kontradikties in deze denk-systemen bloot te leggen. Vaak worden aldus voorstellingen gewoon overgenomen op basis van gezag. Een voorbeeld hiervan: men heeft ons deze laatste maanden heel wat inkorrekte voorstellingen over het corona-virus door de strot geduwd, op basis van de "autoriteit" van de virologen en de overheid. Wat betreft de genetika van de gup, was waarschijnlijk de ontdekking van verschillende gelaagdheden zo'n 50 jaar geleden, een baanbrekende en progressieve ontdekking. Begrijp me niet verkeerd: ik ontken het be-staan en de waarde ervan niet; dat zou ook moeilijk zijn. En zélf gebruik ik het nog frekwent in de beeldspraak om een vergelijking te maken met de kleren bij de mens: een overjas, een pull, een hemd, een t-shirt tot en met ondergoed. Wanneer men een dikke winterjas aandoet, dan kan men de rest van zijn kledij die daaronder zit, niet meer zien. Zulke lagen zijn bij de gup bijvoorbeeld Tuxedo, Japan Blue, Magenta, Stoerzbach, ..... Bij warm weer speelt men textiel uit, en laat men meer zien. Bij de gup kan het "in-aktief" of doorzichtig maken van de buitenlagen, beter laten zien wat daar-onder zit. Bij blond is dat het geval, en bij albino wordt alles doorzichtig tot het ondergoed. Wat op zich dus een nuttige voorstelling is, kan echter gemakkelijk ont-aarden in een dwang-voorstelling wanneer men de fout maakt aan wat ik noem systeem-denken te doen. Waarmee ik bedoel: men gaat dit als een procédé gebruiken, om ALLES daaraan toe te passen, en men gebruikt het letterlijk, terwijl het de bedoeling is het principe toe te passen. Een voorbeeld om dit te illustreren. Als "zilver" staat geboekstaafd: de "ak-tie" van twee genen nl "blauw"(grondlaag) en goud (zie eerste figuur links). Eerste probleem: iets een "zilverlaag" noemen, maar dat er niet echt als zilver uitziet, brengt geen klaarheid in de geest, en kan alleen maar voor verwarring zorgen. Tweede probleem: het feit dat het om een extractie en een kombinatie gaat, wijst meer op een samenwerking tussen twee lagen, dan domweg op het samenvoegen van twee genenparen. Derde probleem: men kan ditzelfde effekt ook op andere (en betere) manieren bereiken: de "zilverglans" kan ook door platinum, metallic, of Silverado (afkomstig van Endlers) worden aangebracht (zie foto's daaronder). Zelfs magenta kan meer zilverglans geven. Dit allemaal aan verschillende genen toeschrijven, zorgt ook niet voor sa-menhang in zijn kennis, waardoor die erg fragmentaries blijft. O. Winge (zie figuur hierboven), later gevolgd door Kirpichnikov, hebben in het be-gin van de guppy-exploratie gepoogd een repertoire op te stellen van alle variaties die zij destijds bij de gup konden waarnemen, telkens voorzien van een naam. Vlijtig en begrijpbaar voor die tijd, maar ondertussen zou men beter moeten weten: het registreren van alle mogelijke vorm-détails is een typiese linkerhersenhelft-manier om een probleem aan te pakken. De manier van het rechterhersenhelft-denken bestaat eruit van de globale lijnen te zoeken, en van daaruit een onder-verdeling te maken. In dit specifiek geval: al die mogelijke vlekken en patronen onderbrengen in een aantal basis-stammen. In mijn Genetiese Genealogie Tabel (zie: hier) heb ik al die mogelijke variaties kunnen terug voeren tot 8 basis-stammen(zie figuur hieronder). Men moet van overzicht naar détails werken, en niet omgekeerd. Een dergelijke aanpak is de "wetenschap" misschien vreemd, maar geeft een beter overzicht: over de patronen, welk verband de verschillende stammen in hun geschiedenis van ontstaan met elkaar hebben, hoe ze in en met elkaar kunnen verglijden en inter-ageren, en hoe die genenpoel van de gup met de tijd nieuwe kombinaties kan opleveren door mutaties en door de vorming van fixed genomen die zich aan elkaar vasthaken. Dit is een heel ANDER repertoire dan alle variaties een naam te geven, en aan een gen toe te schrijven. Een andere manier die het immense voordeel heeft dat men de genetika niet herleidt tot een kwestie van semantiek of systematiek -het eindeloos redetwisten over een definitie of een plaats- en het denken daarover vrijer, genuanceerder en minder gebonden aan één welbepaalde voorstelling maakt. Men staat dichter bij de levende realiteit die dynamies is, in plaats van als in een dwangbuis in zijn voorstelling vast te zitten en die niet te kunnen noch te willen bespreken. Ik ben ervan geschrokken hoe genetici zich als fundamentalisten kunnen opsluiten in HUN visie, zonder met open geest andere te kunnen of te willen aanhoren. Elke kennis moet zich echter willen en kunnen aanpassen aan wat de Levende Praktijk als verandering aanbrengt. In dit geval, moet de "genetiese voorstelling" (=de map met visies), geaktualiseerd en herzien worden door wat de guppy-kwekers over de hele wereld als nieuw" materiaal" aanbrengen. In de manier waarop genetika aangepakt wordt, zit dus in de kiem als een konflikt verborgen: het is geen "neutrale" observatie en studie van de Natuur; het is de studie ten dienste van de mens. Of het nu is om nieuwe gupstammen te kweken, of het erfelijk mechanisme beter onder kontrole te hebben, er is steeds een vertekening NAAR de menselijke behoeften en vi-sies toe. Er is sprake van een (mentale) manipulatie, die hand in hand gaat met de genetiese manipulatie. Vooral in het kweken van types, die de natuur zelf nooit zou voortbrengen. Goed, hetzelfde konflikt tussen natuur en kultuur, weerspiegelt zich ook, in hoe iemand zijn tuin benadert. Hoe meer hij de menselijke struk-tuur en behoeften aan zijn tuin opdringt, hoe verder zijn tuin zal staan van het natuurlijk gebeuren. Hoe meer ook hij in zijn tuin allerhande ingrepen zal moeten uitvoeren, om het artificiëel evenwicht te kunnen behouden. Een gazon vereist een wekelijkse maaibeurt bijvoorbeeld. Hoe meer de tuin evenwel aan zichzelf kan worden over gelaten, hoe meer de Natuur zélf voor de balans zorgt en de akties regelt om die balans te installeren. Grootschalige landbouw-kulturen zijn veel gevoeliger voor ziektes, plagen en epidemies, dan kleinschalige bio-bedrijven die meer in harmonie met de natuur funktioneren en waar gemengde teelt van toepassing is. Geneties gemanipuleerde groenten en dieren zijn uiteindelijk eenzijdiger en minder gezond, dan groenten en dieren die in een natuurlijke biotoop en in even-wicht kunnen opgroeien.Waarom ik dit hier vermeld, zou moeten duidelijk zijn: we kunnen in onze guppy-kweek hetzelfde konflikt meemaken, en voor dezelfde keus gesteld worden. Een basis-vraagstuk is: laten we onze guppen in zo natuurlijk mogelijke situaties opgroeien (met planten,bodem, ...); of focussen we ons in de eerste plaats op het "produktie-proces", en het gemak om ONZE bewerkingen te doen? En ook: denken we bij het kreë-eren van artificiële stammen in de eerste plaats aan het welzijn van de gup, of aan onze menselijke verzuchtingen en doelstellingen? Sommigen kunnen dit vergezocht vinden, maar dat illustreert dan eerder hoe "normaal" men dingen kan beginnen vinden wanneer men de hele tijd in een besloten wereldje funktioneert, en nooit kennis maakt met andere signalen of informatie die van daarbuiten komt. En voor hen voor wie dat allemaal te "abstrakt" is: de genetika van de gup-pen is NIET door de guppen "geschreven", maar door de mens. Op een welbepaald moment in de tijd, heeft een welbepaalde persoon binnen de guppy-clubs gedacht: "Weet je wat: we geven deze ontbrekende kombinatie van allelen voor wat betreft de grondlagen, dan de naam "zilver". Dan is dat hiaat meteen opgevuld." Dan zijn de wetenschappers die de genetika van de gup in zijn natuurlijk biotoop bestuderen , zoals hier veel dichter bij de realiteit waartoe genetika eigenlijk als een natuurlijk proces voor dient: Experimental study of evolution in nature and its impacts on ecosystems. Wetenschap bestaat bij de gratie van onderzoek en onderzoek moet uitge-voerd worden door een zich vragen stellende en bestuderende geest. De ge-netika mag de guppy-kweek wel helpen om door het begrijpen van zijn me-chanismen mooiere én gezondere guppen te kweken als hobby en als brood winning, maar in geen geval kan de genetika gebruikt worden om mense-lijke doeleinden en ambities te dienen, tégen het belang van de soort en de natuur in. Of beter: zij kan op die manier gebruikt worden, maar dan is er sprake van misbruik. Dus de genetika van de gup moet herzien worden, vereenvoudigd worden waardoor zij meteen ook duidelijker en begrijpbaarder zal worden. Dit kan gebeuren door het accent te verleggen van genen en kleurcellen, naar de PATRONEN die men in al die gekweekte stammen ziet verschijnen. Som-mige patronen spreiden zich uit over het gehele lichaam. Daaronder zijn: het effen patroon (geen tekening); het Moscow patroon; het vlekken patroon; het Snakeskin patroon met zijn filigran-tekening dat kan variëren van fijn -Lace- tot grove brokken -Crumble-; de Wiener Smaragd of Vien-na Emerald; en minder vanzelfsprekend want tot nu toe niet zo bekeken, de Stoerzbach, de Magenta, de Asian Blue (zie tekeningen hierboven) en de Yellow Micariff. Deze patronen zijn de "jassen" met de "versieringen". Bij Moscow en Ma-genta zijn dat overjassen die nog moeilijk laten zien wat daaronder zit. Bij Snakeskin , vlekken en Wiener Smaragd zit het patroon als het ware geta-toëerd op een doorschijnende regenjas. Effen is dan een uniforme regenjas. En Stoerzbach en Asian Blue hebben een soort reflekterende fluo-regenjas, die nog het één en ander laat doorschemeren. De normale bruingrijze wildkleur is neutraal, en maakt die buitenste laag nog relatief doorschijnend (semi-perméabel). Blond heeft een gouden glans en maakt hem doorzichtig; en albino maakt hem door zichtig tot het "onder-goed". De gele kleurcellen in de tweede laag kunnen voor een gou-den glinstering zorgen, en de derde laag met blauwe en witte kleurcellen kan voor een zilveren glinstering zorgen. Dit kan op verschillende ma-nieren tot stand komen, en dit kan zowel gedeeltelijk als gezamelijk gebeu-ren. Dat de tekeningen wel degelijk patronen zijn, wordt bewezen door het feit dat men ze nog degelijk kan zien bij guppen met blond of albino en dus geen zwart in de vierde laag hebben (zie ook hier ). Dat zwart vormt bij de Tuxedo een "broek" die het achterlichaam be-dekt. Hetzelfde geldt voor de blauwe en witte broeken van resp. Japan Blue en Pingu. De Zebrinusstrepen voorkomend bij King Cobra, Tiger en Wiener Smaragd bestaat uit een strepen-patroon, met tussenruimtes waar-in de andere kleuren kunnen door gezien worden. In het voorlichaam zijn MetalHead en Schimmelpfennig Platinum patronen die regelmatig opduiken (zie figuren hierboven). Die zijn allen vertikaal gesegmenteerd. Patronen die horizontaal gesegmenteerd zijn in de lengte-as van de vis (zie figuren hieronder), zijn er in allerlei vormen en kleuren: gaande van banden en strepen op de rug, zigzag-lijnen, een blauwe "Nike"-streep (bij de Grass), een rode "Neon Tetra"-streep, alover een groene buik-band Metarika, tot en met twee patronen die tot nu nog niet opgemerkt en be-schreven zijn. Zijnde, het Acanthus-motief dat men bij kruisingen tussen Snakeskins en Tuxedo's kan aantreffen, en Munten -in het Engels Coins- een rij van zilverachtig en goudkleurige vlekken op het onderlichaam. Omdat ik die zo mooi vond, samen met de caudale Green Star, is dat de reden waarom ik reeds meer dan twee jaar met de metallic-blauwe dubbel-zwaard-stam verder kweek. En om het artikel te eindigen met een aansluiting bij het begin: de zilver-glans is niet een eigenschap die aan één paar genen, of aan één laag kan toegeschreven worden. Dit is overigens niet het alleenrecht van de guppies: heel wat vissen in zoetwater en in de oceanen, kunnen die zilverglans ver-tonen. Dat is specifiek voor het medium water, waar reflektie een signaal-funktie kan hebben. Als een Asian Blue derhalve zilverachtig oplicht, is dit in de eerste plaats te danken aan deze mutatie. Er is nog niet veel info voor handen van deze stam, maar wanneer men een foto ervan nauwkeurig ob-serveert (zie links), dan kan men donkere strepen in het patroon waarne-men. Op de foto daaronder van de Asian Blue Endlers, kan men rozen, paarsen en blauwgroenen zien in de tussenruimtes. Dit maakt duidelijk dat Asian Blue geen aaneengesloten patroon is, maar meer bestaat uit takken met semi-doorzichtige "membranen" daartussen, die als een lens de kleu-ren diffrakteren. In mijn blauwe dubbelzwaard stam duikt trouwens nu en dan een exem-plaar uit dat volledig en permanent een uniforme zilverlaag vertoont: ze zien eruit als middeleeuwse ridders die in een blinkend harnas zitten. Ze hebben daarnaast een klein beetje geel, en een gewone rondstaart. Tot nu toe heb ik die steeds weg gedaan, maar als er in de toekomst weer één ver-schijnt, dan zal ik als getuigenis eerst eens een foto van hem nemen. |