Art 37
De noodzaak van goed te denken, te argumenteren en te kommunikeren
RUBRIEK: Bewustzijn                         Geplaatst op 23 oktober 2024

De drie Oosterse "Grote Leringen" -in enge zin "godsdiensten"; in ruime zin filoso-fiese denkstelselsels of Stromingen-, zijnde het Confucionisme, het Boeddhisme en het Taoisme, hebben zich min of meer gelijktijdig en parallel aan elkaar ontwik-keld zo'n dikke 2000 jaar geleden. Tussen alle 3 bestond er kontakt, beïvloeding en dialoog, zodat er zowel gelijkenissen als verschillen tussen hen zijn op te merken. Het grote VERSCHIL tussen de 3 laat zich goed uitleggen aan de hand van het Chi-nees schilderij waarop de 3 grote vertegenwoordigers van azijn proeven.

Confucius proeft van de azijn, en vindt hem zuur: zoals lekkere wijn kan omslaan in zure azijn, kan de menselijke aard gemakkelijk omslaan naar egocentrisme. Bijgevolg moet de mens beteugeld worden en moet de eigenschap "medemenselijkheid" -Ren- ontwikkeld worden. Dit moet gebeuren door een strikte sociaal-maatschappelijke hiëarchie te installeren met vaste riten en geijkte rollenpatronen. Zij moeten de rela-ties tussen de mensen regelen: tussen overste en onderdaan, tussen ouder en kind, tussen leraar en leerling. Samengevat situeert het Confucianisme het individu of het zelf hiëarchies binnen een sociale orde en struktuur. Hierin kan men het Aarde-principe in herkennen: moraliteit ontstaat door de wereldse regels te volgen die het gedrag beteugelen en kontroleren.

Als Boeddha de azijn proeft, vindt hij die bitter: zoals geluk kan omslaan in afzien, kan de mens lijden -Dukkha- door vast te zitten aan allerhande hechtingen die hem het zicht op de ware werkelijkheid verhinderen. Het steeds willen verlangen naar wat anders of beter zou zijn, is illusoir, en precies door zich vast te klampen aan al die emoties en verlangens, ontstaat het lijden. Om zich vrij te maken van al deze illusies, moet de mens zich derhalve onthechten. Hierin kan men het Water-principe her-kennen: moraliteit ontstaat door zijn hechtingen los te laten, en de cyclus van dood en wedergeboorte te doorbreken. Samengevat situeert het Boeddhisme het individu of het zelf binnen een hemelse orde, en het opheffen van alle wereldse orde en struk-tuur om de mens te verlossen uit zijn wereldse ketens en beproevingen.

Als Lao Zu op zijn beurt van de azijn proeft, verschijnt een brede glimlach op zijn lippen: de azijn proeft exakt zoals azijn zou moeten smaken. Er is wijn, er is azijn, er zijn lekkere en leuke ervaringen, en er zijn ook minder aangename. Alles is goed zo-als het is, dat is de natuurlijke orde der dingen; waarom zou men zich aleen maar op één ervaring willen focussen?. De dingen zijn zoals ze zijn, en het leven is precies goed zoals het is. De mens moet zich dus geen keurslijf van verstikkende regels op-leggen om hem "in het gareel te houden", noch zichzelf te strippen van alle mogelijke genoegens en gevoelens om "zuiver te kunnen zijn"; hij moet zichzelf de kans geven om op natuurlijke wijze de weg te vinden die bij hem past. Samengevat probeert het Taoisme dus het individu of het zelf meer af te stemmen op de meer natuurlijke orde van de Natuur of het Leven zelf. Hierin kan men het Vuur-principe in herkennen: moraliteit ontstaat vanuit "zichzelf", vanuit het persoonlijk geweten dat in verbin-ding staat met de Oerbron van het Leven -Tao-.

Van die twee oude Leringen kunnen vooral het Taoisme en het Boeddhisme op een vernieuwde belangstelling rekenen. Wat betreft het Taoisme,kan men zelfs spreken van een heuse revival, omdat het thema Natuur in deze tijden van klimaatopwarming natuurlijk (heet) aktueel is. Maar goed, als het Taoisme meer dan 2000 jaar geleden werd neergeschreven, is het natuurlijk de vraag wat men er de dag van VANDAAG mee kan aanvangen. Veel van deze oude teksten hebben hun relevantie verloren, of kunnen onmogelijk nog in hun archaïese kontext worden toegepast. Een aantal blij-ven ook nog vandaag hun intrinsieke waarde en boodschap behouden, terwijl andere hopeloos verouderd en gedateerd zijn. Men kan dus met onmogelijk het oude narra-tief volledig afhaspelen, ZONDER noodzakelijke aanpassingen aan te brengen. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld het oude scheppingsverhaal van de wereld in de bijbel: dat korrespondeert niet meer met de huidige inzichten en bewijslast van de weten-schap, en moet dus geschrapt worden. Andere teksten in bijbel en koran zijn niet al-leen vrouwonvriendelijk, maar zelfs ronduit vrouwonderdrukkend: ook die dienen dus aangepast te worden aan de nieuwe tijdsgeest.

Wat is het alternatief? Tegen elk beter weten en denken in, de oude doctrine en cere-monies blijven handhaven tot elk "leven" eruit geperst is, en er alleen een "dode" vorm of mummie overblijft? Kijk wat er gebeurt wanneer men de klok stilzet, zoals bij de Amish, die door hun talrijke geboden en verboden in de 19e eeuw leven: zij zweren elke vorm van technologie af omdat dit tegen de "natuurlijkheid" zou ingaan. Men kan daar eventueel begrip voor hebben, maar op het einde van de rit krijgt men een zeer konservatieve reflex om de dingen te behouden zoals ze "eens waren", en die zich hardnekkig verzet tegen elke aanpassing of evolutie. Op die manier wordt een levend ideëengoed op een bepaald punt en tijdstip niet alleen "bevroren", maar zogezegd "voor eens en altijd vastgelegd". Resultaat: een bepaalde VORM wordt in de tijd gefixeerd tot een zeer herkenbare en voorspelbare gedaante: elke Amish ge-lijkt op elke Amish die er ooit geweest is, en lijkt op elke Amish binnen 100 jaar. Het is, alsof men de groei van een boom op een bepaald punt zou beletten: ver-boden om boven de 10 meter te groeien!

Men kan deze zelfde reflex bij het Taoisme onderkennen: de behoefte om oude cere-monies en rituelen, gebruiken en gezegdes in stand te houden als "traditie", met als resultaat dat dezelfde teksten als 2000 jaar geleden worden gelezen, en een "echte" Taoist wordt verondersteld in hetzelfde pakje rond te lopen als een oude Chinees 2000 jaar geleden. Niemand durft het precies aan om NIEUWE Taoistiese teksten te schrijven, die INHOUDELIJK aanpassingen voorstaan. ELK gedachtengoed moet zich echter in de tijd VERNIEUWEN, om de vorm aan te passen aan een nieuwe IN-HOUD. Dat is de noodzaak van het vierde (Westerse) Element: het Lucht-principe. Om in overeenkomst te zijn met de inzichten en bevindingen van de tijdsgeest, moet de VORM van de gedachten aangepast en vernieuwd worden. Zoniet verliest de vorm kompleet zijn relevantie en toepassingen.

Een denken kan zich derhalve nooit "beperken" tot het debiteren of formuleren van een bepaalde doctrine of dogma. Nochtans is het dát wat vooral gebeurt op de (a)-sociale media: gedachten worden geponeerd of boutweg gesteld, als waren ze evan -gelie of de 10 geboden. Het valt me telkens op en tegen, hoe bitter weinig er geargu-menteerd en gedialogeerd wordt. Een bepaald narratief wordt vaak tot in de treure herhaald, alsof dan van iedereen verwacht wordt dat hij dat ook als een mantra gaat reciteren. Hoe dichter een tekst echter bij zo'n soort "gebed" of geloofsverklaring komt te staan, hoe VERDER hij komt te staan van de redeneringen van zijn basis-filosofie. Elke filosofie begint immers als een inzicht: de denker ziet een samenhan -gend gedachtengoed in zijn bewustzijn, dat hij dan verder uitwerkt tot een coherent gedachtenstelsel of filosofie. Omdat dit als vernieuwend en verhelderend wordt erva-ren, verspreidt deze filosofie zich dan verder als "kennis" onder de mensen. Hoe meer die "gemeengoed" wordt, hoe meer dat initieëel inzicht stolt tot een "algemeen aanvaarde" doctrine, en hoe meer de filosofie stolt tot een belief of godsdienst. Eens zover, gaat het hem niet meer om "denken", maar om geloven en volgen.

Dat is meteen ook de reden waarom Facebook en Co zo polemies zijn: het gaat hem niet om het uitwisselen van gedachten, maar om te tonen achter "welke vlag je je schaart". Tot welk "kamp" hoor jij? Van wie of wat ben jij volger? Laat ons even stil staan bij dit psychologies proces: waarom volgt een mens zo graag? Omdat hij een sociaal dier is, en van kleinsaf ervaart dat alleen door het leven moeten stappen, veel moeilijker is dan in een groep waarin men wordt "opgenomen". Het is gemakkelij-ker om gestuurd te WORDEN, dan om zélf aan het stuur van zijn leven te staan. Het is gemakkelijker om een gps-programma te VOLGEN, dan zélf zijn trajekt of route uit te stippelen. Het is gemakkelijker om een bepaald denkstelsel met bijhorende moraliteit in zijn totaliteit OVER te nemen, dan om zélf de principes selektief IN te vullen naar zijn eigen denken, wezen en leefomstandigheden. In zijn Maan-wezen voelt de mens zich als GEMEENSCHAPSdier gerugsteund door zogezegd GELIJK-gestemden en GELIJKdenkenden; in zijn Zonne-wezen is hij een INDIVIDUALIST die staat voor zijn eigen denken, oordeel en keuzes. Deze dialektiek heb ik reeds vroeger gedétailleerd uitgewerkt, zodat ik daar hier naar verwijs.

Waar het hier en nu om gaat, is over het zich IDENTIFICEREN met een "vreemd" gedachtengoed, geloof, filosofie, godsdienst. Vreemd, omdat het van buiten-af komt, en men het dus moet "verteren": het ZICH EIGEN MAKEN. Wat gebeurt met eten -voedsel van buitenaf dat wordt verteerd tot eigen bouwstenen of energie-, gebeurt dus ook met het denken: gedachten van een ANDER -andere kultuur; andere tijd; ander kontinent;.....- moeten geïntegreerd worden in zijn EIGEN denken of men-tale map van de wereld en de realiteit. Dat denk-proces moet een aantal stadia of FAZEN verlopen om effektief te zijn, zoals op analoge wijze voedsel moet worden af-gebroken, getrieëerd en worden omgevormd tot eigen cellen.
                        1/Onderzoek en studie: kennis nemen

De eerste faze is deze van kennismaking met iets of iemand: men moet een hele-boel informatie doornemen om zijn onderwerp, thema of fenomeen beter te leren kennen. Als een journalist verzamelt men dus (dossier)kennis, om met kennis van zaken erover te kunnen spreken. Dit vraagt tijd en applikatie, nodig om dat on-derzoek te kunnen voeren en deze informatie samen te brengen; en ook een objekti-viteit of open geest, nodig om de JUISTE en VOLLEDIGE informatie te kunnen vinden. Wie zoekt die vindt, luidt het gezegde, maar de instelling WAARMEE men zoekt, bepaalt voor een groot stuk ook WAT men gaat vinden. Men moet immers on-bevooroordeeld zoeken, en niet a priori op het proces ingrijpen door zijn persoonlij-ke voorkeuren en afkeuren te volgen. Men kan bepaalde informatie of feiten die hem niet zinnen, niet negeren, of ook niet tendendieus selekteren: men moet ALLES on-der ogen nemen, om het VOLLEDIGE en ongecensureerde verhaal te kunnen weer-geven.
Mensen die gereed staan om hun mening of opinie over iets of iemand te geven, ZONDER daarover eerst iets te hebben gelezen of te hebben door genomen, ventile-ren al te gemakkelijk hun opvatting zonder kennis van zaken. Wie zich NIET werke-lijk interesseert in een bepaald onderwerp of thematiek, weet er te weinig over om zich deze kommentaar te kunnen permiteren. Vaak is er dan sprake van een bepaal-de luiheid: men praat oppervlakkig een krantebericht of nieuwsje van de sociale me-dia na, zonder daar verder over te hebben nagedacht. Of, men is van slechte en ten-dentieuze wil, en misbruikt de informatie om een a-priori-stelling of vooroordeel te "bewijzen". Als een vereniging als SKEPP het proces van bijvoorbeeld telepathie maakt, doen ze dat niet vanuit een belangstelling voor dat fenomeen, maar om het te proberen af te breken. Gelotenheid van geest laat geen objektief onderzoek toe, ook niet voor zogezegd rationele en "kritiese" mensen.

                    2/Argumentatie en coherentie: begrijpen

Niet alle informatie heeft dezelfde waarde of betekenis: kennis verzamelt informatie "in de breedte", maar niet in de diepte. Daar situeert zich het verschil tussen ken-nis en inzicht, of tussen (gewoon) weten en expertise. Inzicht stelt in staat om in-formatie te rangschikken volgens zijn netwerk aan verbindigen en relaties. Exper-tise stelt in staat om de "rode draad" aan te wijzen die door het verhaal loopt. En wijsheid stelt in staat om het denkpatroon te kunnen reconstrueren dat achter een gedachtengoed of visie steekt.

Gedachten hangen immers niet LOS aan elkaar als los zand, maar gaan een bepaalde richting of visie uit, waardoor gedachtenschakels een bepaalde gedachtengang vormen. Zo'n samenhangend gedachtengoed volgt een redenering die men kan volgen en reconstueren. Het hangt daarbij af van de geldigheid van de argumen-tatie of dit "mentaal bouwwerk" al dan niet geldig of coherent is. Het zal veel men-sen verbazen, omdat zij denken dat zij "in hun kop" totaal vrij zijn om het even wát te denken -wat zij intrinsiek ook zijn-, maar niet ELKE gedachte is relevant, en niet om het even WELK gebruikt argument gaat ook op. Men kan hele waslijsten opmaken met DROGREDENS en ONTWIJKINGSTECHNIEKEN die in dat denken regelmatig gehanteerd worden om VALSE gedachtegangen te maken. Die gaan van persoonlijke aanvallen, het herleiden van het denken tot het beperkte vlak waar men grote kennis heeft, het herleiden tot idee-fixen, het maskeren, het afleiden van de problematiek, ....; in feite komen die stuk voor stuk neer op het VERBREKEN van de gevolgde ge-dachtegang en aandacht, zoals dat met goocheltruuks het geval is.

In enge zin kan de mens ZICHZELF zelfs misleiden in zijn denken: het blijven ma-ken van "rondjes-in-zijn-kop", vicieuze cirkels, of zich herhalende piekeringen, wijzen erop dat men ook zichzelf kan verliezen in irrelevante denkpatronen. De kwa-lijke gewoonte om het denken hierdoor als een "boosdoener", "spelbreker"of sta-in-de-weg te beschouwen vindt hier zijn oorsprong: het denken verhindert zogezegd het mediteren; het hebben van een eigen denken voedt zogezegd het ego; het uiten van terechte kritiek valt anderen aan; het denken velt oordelen; ..... en ga zomaar door. Maar het denken -en bij uitbreiding ook het spreken, het mede-delen van gedachten- is zo'n mooi en genuanceerd vermogen dat de mens als soort gemaakt heeft tot wie hij is. Het denken is een subliem vermogen; op voorwaarde dat het op de JUISTE WIJZE gebruikt wordt.

                          3/Doorlichting en synthese: evaluatie

Het probleem is immers, dat men in de eerste faze kan blijven "steken": men blijft dan zijn hele leven lang informatie verzamelen, laag na laag, massa na massa, ZON-DER ooit tot een konklusie te kunnen/willen komen. Informatie verzamelen is im-mers lekker vrijblijvend. De informatie-berg is heden ten dage zo enorm geworden, dat men zich dit niet meer kan permiteren, op straffe van eronder bedolven te wor-den. De eerste faze van opname of assimilatie, dient dus gevolgd te worden door een tweede faze van selektie of integratie waarin men zich niet meer als een spons kan laten vollopen, maar waar men de focus legt op wat men wil leren en bestude-ren,en waar de nadruk komt te leggen op het begrijpen: men kan de redeneringen en argumentatie met zijn verstand verstaan.

Stap 2 is deze van "kennis" naar "vriend": vrienden kennen en begrijpen elkaar. Maar dat betekent daarvoor niet dat ze hetzelfde denken, dus stap 3 is deze van een "begrijpen" naar "zichzelf". Om het verwerkingsproces te beëdigen en te vervolledi-gen moeten het "dijne", "mijn" worden: de opvattingen, visies, ideologie, filosofie, .... van buitenaf, moet geduid of geplaatst worden in zijn EIGEN opvattingen, visie, .... binnenin. Of de gedachtegang van anderen, moet getest en getoetst worden aan het EIGEN DENKEN. Iedereen maakt immers in zijn kop dank zij het denken met zijn bewustzijn een soort virtuele map of duplikaat van zijn beleefde realiteit en we-reld: zijn wereldbeeld of persoonlijke filosofie. In die voortdurende dialoog tus-sen buiten- en binnenwereld, is dus ook een permanente dialoog tussen het denken van anderen en het eigen denken vervat. Zich volledig identificeren met een wereld-beeld van buiten lijkt misschien in eerste instantie het gemakkelijkste, maar doet het eigen denken en de eigen aard dus verschrikkelijk geweld aan. Voortdurend blijven hangen in de dialektiek tussen beide, zou dan weer in chroniese twijfel onderdom-pelen. Systematies in VRAAG stellen en in twijfel trekken is positief, maar nooit tot enige konklusie kunnen komen is uiterst negatief.

Vandaar de noodzaak tot KEUZE: een weldoordachte en wijze keuze, door een eva-luatie te maken met zijn oordeelsvermogen. Na de faze van kennis en die van ver-stand, komt dus de derde faze van inzicht. Vanuit het besef dat denken de bewust-zijns-dialoog is tussen de ziel of het zelf binnen, en de wereld of realiteit buiten. Van-uit het besef dat het denken een prachtig middel is om ons wereldbeeld binnenin voortdurend aan te passen op basis van onze ervaringen en belevenissen "buiten". En niet andersom: niet als een muilkorf of een dwangbuis om ons denken te conforme-ren aan een bepaald belief dat we hebben overgenomen. Denk dus minder maar voor -al beter, door te blijven kommunikeren in de 3 fazen van het denkproces.