Art 8
Boodschap van de Guppy
RUBRIEK: Guppy Kweek Geplaatst op 7 oktober 2019
Er zijn 3 groeperingen die zich met guppies "bezig" houden. Er zijn voor-eerst de guppykwekers, die gezien de gup een tropies visje is, zich voorna-melijk bevinden in de "tropiese gordel"(ZO-Azië-Centraal Amerika, .....). Daar worden guppen massaal gekweekt in bakken waarin ze met honder-den tegelijk zitten, met verluchting en waterverversing, maar zonder plan-ten (zoals hier de forel-kwekerijen). Die dienen voor de export naar alle delen van de wereld, zijn zelden volgroeid, sneuvelen voor zo'n 40% tijdens de versturing naar grootimporteurs, en eindigen via een tussenstop via aquariumwinkels uiteindelijk in de aquaria in de huiskamers van hen die er (nog) één hebben. De tweede partij, is het "Academies milieu": omdat de lebistes reticulata (vroeger) of poecilia reticulata (huidig) een interessant studieobjekt is door zijn kleuren- en staartvin--variabiliteit, wordt zijn erfelijk materiaal op we-tenschappelijke wijze onderzocht door de genetika, met alle regels (en dus ook beperkingen, maar die vermeld men doorgaans niet) waaraan een we-tenschappelijk onderzoek moet voldoen. Meestal betreft het hier wildvang exemplaren, omdat deze in hun natuurlijk habitat funktioneren volgens de wetten van de natuur, en omdat het erfelijk materiaal variëert binnen be-perkte, dus registreerbare en herkenbare parameters. And last but zeker not least, zijn er de guppy-clubs: liefhebbers die guppies kweken en zich verenigen in clubs die regelmatig tentoonstellingen geven met de guppen van hun leden, en waarbij jury-leden prijzen toekennen aan de "mooiste guppen". Deze "prachtguppen" moeten beantwoorden aan specifieke standaards opgesteld door de Internationale Guppy FederatieS (er zijn er zoals bij de bokswereld namelijk verschillende). Gezien de varia-biliteit en de snelle voortplanting, ook in aquaria, waar de wetten van de natuur minder werkzaam zijn, en er een heuse wildgroei van allerlei vor-men en kleuren ontstond, probeerde men dat proces in goede banen te lei-den, door standaards te introduceren: richtlijnen die voornamelijk be-trekking hadden op de vorm van de staartvin. En naarmate er ook meer en meer patronen werden gekweekt, wierp een indeling in types zich ook op. De mens heeft de lelijke gewoonte om zichzelf als het centrum en als maat-staf van de wereld te beschouwen, en daarom vertikt hij het om te zien dat hier nog een vierde partij betrokken is: wij, de guppen zelf. Daarom heb-ben wij onze vriend hier gevraagd om ons te vertegenwoordigen: hij is van kindsbeen af met guppies bezig, zijn inzicht in de genetika en de natuur gaat dieper dan dat van de meesten, en hij is niet te beroerd om naar de dingen te kijken zoals ze zijn. Wij hebben hem aldus gevraagd om volgende boodschappen aan de andere betrokken partijen te geven: BOODSCHAP AAN DE GUPPY-MASSA-KWEKERS Akkoord, iedereen moet leven, en we hebben er op zich niets tegen dat we als "handelwaar" verkocht worden, maar dat we in heuse concentratiekam-pen moeten opgroeien is geen teken van respect en er flink over. We verle-nen overal waar we in het wild voorkomen ook de mens dienst door die hinderlijke muskieten uit de weg te ruimen. Mogen we dan aub als tegen-prestatie vragen van een beetje normaal behuisd te worden? In het Westen klaagt men erover dat kippen in batterijen en varkens in nauwe boxen in mensonterende (??) situaties moeten leven. Is het dan teveel gevraagd van ons wat waterplanten te geven, en ons niet op elkaar te proppen als sardie-nen in een blikje? Onze dank daarvoor, alook voor het gratis eten. BOODSCHAP AAN DE GENETICI Jullie zijn echte bollebozen en de technologie stelt jullie in staat om be-paalde eigenschappen te verbinden aan bepaalde genen, en die te marke-ren in hun lokaties op de DNA-strengen. Jullie denken hiermee alles te kunnen bepalen en te determineren, maar wij moeten jullie slecht nieuws brengen: dat is de illusie van de wetenschap. Net zo kunnen jullie bijvoor-beeld de lokaties van hersenaktiviteit in kaart brengen, maar het ECHTE werk - het kommunikeren van de neuronen met elkaar - ontgaat jullie , en kunnen jullie alleen noteren. Welnu, juist hetzelfde speelt zich af met ge-nen: die werken niet los en onafhankelijk van elkaar, maar interageren integendeel met elkaar vanuit het geheel dat een individu is. En aldus ontgaan jullie simpele realiteiten van de praktijk, zoals deze: bij ons guppen, worden kleuren en patronen verdeeld volgens horizontale en vertikale zones. Dat valt misschien niet op bij wilde guppen, door hun enorme verscheidenheid, maar wanneer men ons genenmateriaal begint uit te mendelen volgens types ipv die terug te laten versmelten tot de grote genenpoel zoals dat in de natuur gebeurt, dan zou het toch moeten opval-len welke "orde" er in die schijnbare chaos zit. Tweede voorbeeld: we heb-ben voorkeurslokaties voor onze talrijke kleuren (zie figuur hierboven). Een derde en laatste voorbeeld: je kan labelen tot de zon ondergaat, maar voor ALLE dieren geldt, dat je niét alle eigenschappen in één dier kunt proppen. Wat dus geldt voor de hond (en met deze "vrienden" hebben jul-lie al eeuwenlang "gemendeld"), én voor de mens (jawel), geldt ook voor de gup. Men kan niet alles in het leven hebben, maar men moet dus keuzes maken. Om maar één konkreet voorbeeld daarvan te geven: onze grootste broers, zijn tegelijk ook de mannetjes met de minste kleur. BOODSCHAP AAN DE GUPPYCLUBS En zo komen we in één zwemslag tot onze boodschap voor devolgende groep. Guppyclubs lopen hoog op met ons. Althans, voor zolang ze prijzen met ons kunnen winnen. Dat doet ons alweer denken aan die andere "beste vrienden" van de mens: als hazewindhonden geen prijzen meer winnen, dan worden ze als oud vuil op straat gezet. Wij guppen, worden op dezelfde manier behandeld: beantwoorden we aan de verwachtingen van ons baas-je, hoezee! Dan worden we in een gouden kooi gezet en krijgen we als prijs-dieren alle voorrechten voorbehouden aan onze edele stand. Maar o wee, als ons baasje vindt dat we alleen goed zijn voor de "rommelbak" , tabee voorkeursbehandeling! Het bevreemdende is, dat de vissen die daarbij worden uitgekozen, naar onze guppy-maatstaven vaak echte sukkelaars zijn, die met moeite 5 minuten in het wild zouden kunnen overleven. Of geweldige lelijkaards, want bizar genoeg heeft men in die guppyclubs een obsessie van "staartperfektie" en hebben ze daarover een 10 Geboden met hun standaards (zie figuur hierboven), maar minder oog voor wat onze voornaamste kwaliteit is: onze kleurenrijkdom. Deze "liefhebbers" menen het misschien goed, maar houden zij eigenlijk wel van ons? Wij vragen het ons af, want ze bekijken ons voortdurend met een keurende of afkeurende blik. Waar is de tijd naartoe dat zij als kinde-ren urenlang voor het aquarium konden post vatten, en genieten van het kleurenspel wanneer we voorbij zwommen. Omdat het hen zo'n plezier gaf, gaven we dan eens een extra, gratis show. Maar op die guppyshows is het bittere ernst: we moéten showoptredens geven, of we daar nu zin in heb-ben of niet. We worden gedropt in plastieken zakken, en van hier naar daar verkast. Zo'n showroom is ook geen leuke plek: we belanden in een kale bak, opdat men ons beter zou kunnen zien, en hebben geen enkele privacy. En kennen zij ons eigenlijk wel, behebd als ze zijn met hun eigen verwach-tingen? Weten zij wel dat we in het wild in scholen van dieren van allerlei leeftijden bij elkaar zwemmen? De grote wijfjes centraal; natuurlijk het hof gemaakt door de grote mannetjes aan de zijkanten ervan. De kleintjes bo-venaan, en de juveniele dieren onderaan. En weet je hoe het komt dat mannetjes in het wild wél opgroeien in zulk gemengd gezelschap? Omdat ze ook de grote wijfjes het hof willen maken, maar door de mannetjes terug worden gejaagd. Pas als ze hun kleuren krijgen mogen ze zich meten met de mannetjes, en kunnen zij een rang opschuiven. In de opgroeiende wijf-jes is niemand echt geïnteresseerd, al kan er altijd eentje te vroeg in ver-wachting vallen. Dat gebeurt bij mensen toch ook? In het eisenpakket van de guppyclub-leden, zitten ook een aantal onmoge-lijke verwachtingen: bijvoorbeeld, dat wij guppen prachtig uitgegroeide waaierstaartvinnen EN schitterende kleuren zouden kunnen hebben. Zoals wij al aan de genetici hebben verduidelijkt: het is het één OF het ander. Men moet dus kiezen, wat zijn prioriteit is. Wat men wél kan, is guppen met MINDER uitgegroeide staatvin, en toch nog mooie kleuren kweken. Dan zoekt men een balans tussen beide. Wist je dat sommige guppylief-hebbers die geen guppyclub-leden zijn, soms onze al te lange staartvinnen inkorten om ons langer te doen leven en ons zwemmen te vergemakke-lijken? Wij moeten die hele handel immers voortdurend met ons meezui-len hoor. En het wordt ook tijd dat de leden van guppyclubs begrijpen dat zij meewerken aan de kleurverarming, door types te kweken met gefixeerd stukken genoom. Doorgaans geven zij die ronkende namen, zoals tuxedo, Japan blue, metalhead, Moscow, .... en omdat deze stukken onveranderd worden overgeërfd is dat voor hen makkelijker om te kweken. Maar wij guppen, zitten ermee: hoeveel broeders lijken niet alsof zij uit twee of meer stukken aan elkaar geplakt zijn? Soms lijken we wel op clowns met vloe-kende en schreeuwlelijke kleuren naast elkaar! Zulke lelijke kombinaties laat de natuur nooit toe. Mogen wij onze waardigheid behouden aub, en niet het slachtoffer worden van het gebrek aan smaak of het teveel aan ego-ambitie van de mens? Dank u. Getekend: de guppies. |