Art
Witte Dovenetel (Lamium album)

Het verhaal van de stekelige (brand)netel en de "dove"= zachte netel, is het verhaal van yang en yin: de mannelijke, afstotende, agressieve energie ver-sus de vrouwelijke, aanhalende, zachte energie. Het is geen toeval dat beide planten in dezelfde habitat groeien en broederlijk/zusterlijk naast elkaar groeien, en het is ook geen toeval dat ze sterk op elkaar gelijken. In het voor-jaar, wanneer deze beide meerjarige planten vanuit hun ondergrondse over-levingswortels weer opschieten, zijn ze in bladvorm gemakkelijk met elkaar te verwisselen: op de foto hierboven links heb ik ze naast elkaar gezet. Links staat de Brandnetel, rechts de Dovenetel, waarbij ik het verschil in kleur wat extra in de "verf" heb gezet. Een geoefend oog kan het verschil waarnemen; de vingers voelen het verschil onmiddellijk aan: de Dovenetel mist de brandha-ren, en voelt eerder wat "stoffig" aan. Wanneer verder in het voorjaar de res-pectievelijke bloeiwijzen verschijnen, is verwarring met elkaar uitgesloten: het "wit" slaat op de witte bloemen.

Omdat de Witte Dovenetel een lid is van de Lipbloemen-familie of Labiaten, zijn deze witte bloemen lipbloemen: een typiese bloemvorm waarbij de kroonbladeren zijn samengegroeid tot een onderlip (=landingsbaan voor in-sekten) en een bovenlip (=beschermingskap). Alle labiaten hebben nog twee kenmerken gemeen: hun stengels zijn vierkant en ze hebben een gepronceer-de, vaak aromatiese geur. Denk maar aan Munt, Citroenmelisse, Marjolein, Lavendel, Rozemarijn, Salie, Thijm, Bonekruid , Kattekruid, ..... En wat is dan de typiese geur van de Witte Dovenetel? Moeilijk te omschrijven -zoals dat voor elke geur het geval is-, maar ik probeer het toch: zij ruikt een beetje naar wat het midden houdt tussen "groenig" en "muf", en dus veel minder uitge-sproken is dan bovenvermelde familieleden. Het heeft betrekking tot omzet-tingen in de materie: de dovenetel groeit vrij snel uit in het voorjaar, en haar standplaats op ruigten, langs wegen, in tuinen en aan grachten naast Brandnetel geeft weg dat zij graag groeit op plaatsen waar veel organies mate-riaal voorradig is, en kan omgezet worden. Door haar algemeen voorkomen als "ordinair onkruid" en haar bescheiden uitzicht, wordt de Witte Dovenetel zeker niet tot de aristocraten van de tuinplanten gerekend, maar eerder tot het "voetvolk", de harde werkers, zij het dan vrouwelijke werkers.

Deze kenmerken wijzen op een Aarde-aard. De geneeskrachtige toepassin-gen van de Witte Dovenetel wijzen in dezelfde richting: samentrekkend, bloed -stelpend, wondhelend en slijmoplossend. Vandaar het gebruik als omslag bij wondes en zwellingen, en inwendig als thee tegen zowel verslijming van de luchtwegen als van de darm. Verder staat het bekend als een echt vrouwen-kruid omdat het zowel menstruatiebloedingen als witte vloed kan stoppen. Het bevat de Aarde-werking van het Teken Stier: men kan dit herkennen aan het feit dat de plant begint te bloeien van zodra Stier begint.

Maar dit is niet alles. Witte Dovenetel groeit bij voorkeur enigszins beschut onder hogere planten (struiken en bomen), en houdt van een koel-vochtige omgeving. Medicinaal werkt ze eveneens verkoelend op brandwonden en op branderige voeten (voetbad). De Witte Dovenetel kan men omschrijven als de "koude tak" van een "warme familie" die de Labiaten zijn. Dit komt door die andere energie die in haar huist: die van het Water, en meer bepaald van de Maan. Samengevat is de Witte Dovenetel in haar "bruidsjurk" een echte vrouwenplant met een sterk helende en regulerende werking op de vrouwe-lijke geslachtsorganen.

Als ANALOOG KRUID past de Witte Dovenetel dus bij het mens-type dat emotioneel en weemoedig van inborst is. Bij het type vrouw die een menstruatie heeft die moeilijk op gang komt, en door deze ontregeling vaak met pijn en kramp (in het begin) gepaard gaat. Zachtmoedig in het harde en vaak gestresseerde leven staan, is voor zo'n vrouw (of man) een hele opgave: vaak worden vriendelijkheid en dienstbaarheid onvoldoende geäppreciëerd, maar eerder als "normaal" bevonden. Wie aldus stank voor dank krijgt, kan in zijn zachtaardige inborst gekwetst worden, en kan door Witte Dovenetel getroost en geheeld worden.

Als COMPLEMENTAIR KRUID past de Witte Dovenetel bij het menstype dat juist zijn kwetsbaarheid probeert te verbergen door de hele tijd aktief en ondernemend te zijn. Het yange, vurige type dat van geen ophouden weet, en zich door zijn eigen temperament en gebrek aan dosering zelf pijn en geweld aandoet. Vaak is de menstruatie van zo'n vrouw eveneens te hevig, omdat het als yin de overdaad aan onverdroten yang moet afvoeren.

Die bemiddelende werking tussen yang en yin, kan men bij de Witte Dove-netel niet alleen herkennen aan de plant die er als één van de weinige planten die erin slaagt met de agressieve/yange Brandnetel samen te leven, maar ook aan het feit dat ze geneeskrachtig zowel kan gebruikt worden bij diarree EN verstopping; bij uitblijvende (te geringe) EN overvloedige (te vroegtijdige) menstruatie. Ze werkt ook harmoniserend op de huid -de buffer tussen buiten - en binnenwereld- door hem te reinigen, zoals bij acné. En de tinctuur van de bloemen is een goed slaapmiddel, voor de overgang van dag naar nacht.

In de homeopathie gebruikt men het preparaat bij katar van de urinewegen (volgens Boericke). Maar de beschrijving ervan is erg rudimentair en sum-mier (verstopping, bloederige stoelgang, aambeien, koppijn); en komt vooral neer op "Witte Dovenetel heeft een speciale band met de vrouwelijke en uro-genitale organen". Maar daar staat tegenover dat de plant slechts een zwak urinedrijvende werking heeft. Hoe verklaart men dan deze discrepantie? Volgens mijn inziens heeft men daarbij de denkfout gemaakt de menstruatie louter te verbinden met de baarmoeder/blaas, en dus in analogie met het Te-ken Schorpioen. Doch de menstruatie is in de eerste plaats een cyclus die on-der invloed staat van het Maan-ritme, en kan verstoord worden door wisse-lingen in de hormonenbalans, de ovulatiecyclus en de emoties. Van de Schorpioen-energie kan ik noch bij de plant, noch bij haar bloeiperiode iets terugvinden. Hooguit kan Witte Dovenetel dus gebruikt worden bij blaaskatar of kou op de blaas. Het verdient dus aanbeveling om een kruid in haar wezen te begrijpen en NIET te gebruiken als een soort panaché voor een waslijst aan vermoedelijke klachten waarvoor het zou kunnen gebruikt worden. Witte Do-venetel is GEEN blaas/nieren-kruid.

Wat leert de Witte Dovenetel ons dan wel? Net zoals de zachtmoedige plant erin slaagt zich te handhaven in de stekelige omgeving van brandnetels, hoe men zich als vrouw kan handhaven in een vaak mannelijke en vrouwonvrien-delijke wereld, zonder zijn vrouwelijke kwaliteiten te verloochenen of als zwak -heden te beschouwen. Hoe vrouwelijk en gevoelig, maar ook standvastig en zelfverzekerd te zijn.
Om volledig te zijn, moet ik nog vermelden dat de Witte Doventel nog twee zusjes heeft die een ander kleed (=bloemkleur) dragen: de paarse dovenetel die vroeger verschijnt, en de gele dovenetel die meer een tuin-en bosplant is. Alle 3 zijn ze erg in trek bij de hommels.