Art 21
De Struktuur van de Psyche
RUBRIEK: Bewustzijn    Geplaatst op 25 maart 2018

Het is uitermate bevreemdend te noemen, hoe de inzichten van de laatste 200 jaar onderzoek en exploratie van de psyche, zomaar naast zich worden gelegd. Ik dacht dat Freud, het bestaan van een onderbewustzijn had bewezen: de "vuilbak" in de psyche waar alle troep wordt verwezen dat het "ik" niet onder ogen wil nemen. Thans is de schaduw een betere benaming daarvoor: het bestaan van een "paralelle reali-teit" die men ten alle tijde als een "alter-ego" met zich meedraagt, is een dynamiesere voorstelling dan de kelder van het onderbewustzijn waarin men dingen stopt om ze te vergeten.
Ik dacht ook dat Jung het masker had geïntroduceerd: het "imago" dat men aan de buitenwereld toont, grotendeels om het eigen ik achter te kunnen verstoppen en om door de anderen te worden geaccepteerd. Met daarbij het schild om zich defensief tegen die buitenwereld te kunnen beschermen. Wannneer deze strategie gaat prime-ren, dan riskeert het ik zich op te sluiten achter de muren van een burcht, en ver-wordt de waakhond of schildwacht tot een cipier die niemand meer binnenlaat en het ik in een toren opgesloten houdt. Tenslotte ook nog het fameuze karma uit Jungs studies van de Oosterse filosofieën: de groei van het ik, is een zelf-realisa-tie. Een groeiproces waarbij het ik bewust wordt van zijn problematieken en door ermee te leren omgaan, karma oplost en vermijdt. Het ik draagt zijn zak met karma, of zijn valies met problemen met zich mee.
En ik dacht tenslotte ook dat we uit de Gestaltpsychologie hadden geleerd, dat we vasthangen aan (oude) patronen die we ons tijdens ons leven hebben eigen ge-maakt als antwoord op bepaalde problemen, ervaringen, "trauma's", gewoontes, gemak, schrik, .....En tenslotte is de vlag waarmee we onze identifikatie met een bepaalde groep afficheren: onze kuddegeest.

Het resultaat van dit alles, is dat men de analogie kan maken tussen de psyche , en het zen van het autorijden: de bestuurder is het ik; de wagen is het lichaam; de voor-gekauwde gps-programma's zijn als de patronen; de hindernissen op de baan en de moeilijkheden samenhangend met onze rijstijl zijn als het karma; het masker is de soort wagen als statussymbool waarmee men rijdt; het schild is als de interne ruimte van de wagen waardoor iedere rijder is afgescheiden van alle andere; en bal de opge-kropte frustraties en agressies die naar boven kunnen komen bij incidenten, is als de schaduw. En de vlag, is als oonze nummerplaat en nationaliteit.

Dat was de tweedimensionele dimensie van de psyche. Daarnaast bevat de psyche ook nog een driedimensionele of ruimtelijke dimensie, als gevolg van de verschil-lende bestaansvlakken in de werkelijkheid, waarnaar overeenkomstige vormen of gedaanten van de individualiteit bestaan. Hoe men zich dit precies moet voorstel-len, kan men doen aan de hand van de Russiese poppetjes die in elkaar passen: de "matroesjka's". Het materieël lichaam met het "stoffelijk ik" of ego is daarvan het meest bekende en soliede. Het energeties lichaam bestaat uit de chakra's en de energiebanen in dit netwerk. De vergeestelijking of verijling gaat verder met de aura, het electro-magneties veld als uitstraling van het zelf. Om tenslotte in de esoteriese essentie van de vibratie als spirituele uitstraling van de ziel te kulmine-ren. Men zou nog verder kunnen gaan, maar dit is spekulatief en weinig bruikbaar. Hier stopt trouwens ook het beeld van die poppetjes, die identiek aan elkaar zijn, en afzonderlijke "dozen" zijn. Onze verschillende "lichamen" grijpen op elkaar in, waar-bij de meest geconcentreerde de meest centrale is, en de meest ijlere de meest perife-re is. Bij onze dood, maakt ons "energeties veld" of spirituele essentie zich los van het lichaam waarin het wortelt, en laat het als een dood omhulsel achter: ons "stoffelijk overschot". Of nog: de vaste afdruk in de stof die tijdelijk was in een bepaald tijdstip en een bepaalde plaats, verdwijnt, en de spirituele "stempel" trekt zich terug op zich-zelf. We worden terug een energetiese "bol" of orb.

Elk "lichaam" bevat het geheugen van die gebeurtenissen, incidenten en ervaringen die zich op dit korresponderend vlak hebben afgespeeld. Ons stoffelijk lichaam bevat de chronieken van de kwetsuren van dat lichaam; onze chakra's de geschiedenis van onze emotionaliteit en teleurstellingen; onze aura de historie van onze gedachten en vergissingen. En ons ziele-lichaam trekt daaruit de spirituele leringen die het van inkarnatie tot inkarnatie bijhoudt. Het is onze kern die zich doorheen de verschil-lende bestaansniveau's uit-drukt.

Het NIVEAU waarop dat bewustzijn funktioneert zal dus essentiëel zijn, voor het niveau waarop al deze verschillende "lichamen" gaan funktioneren. Deze staan im-mers als kommunikerende vaten met elkaar in verbinding, al kunnen er ook op de overgang blokkades ontstaan. Maar in het algemeen is het konkreet bewustzijnsni-veau waarop iemand funktioneert af te lezen als een blauwdruk of weerspiegeling op ieder bestaansvlak: hoe hij met zijn lichaam omspringt, met zijn emoties, zijn ge-dachten, zijn relaties, ...... De astrologie maakt hierbij duidelijk dat er TUSSEN deze vlakken variaties kunnen ontstaan, omdat daarvoor andere deelaspekten van de psyche aangesproken worden. De psyche is dan letterlijk en figuurlijk de eenheid die deze verschillende aspekten bij elkaar houdt , en met elkaar coördineert. Maar zelfs die astrologie kan niet het bewustzijnsniveau duiden waarop een persoon funk-tioneert: alleen de "kleuring" van de potenties (en de daarbij horende problematie-ken). Het verband tussen deze bestaansvlakken -als de analogie- is zelfs één van de basisprincipes van het astrologies (en esoteries) denken: korresponderende inhou-den op verschillende bestaansvlakken verschillen in (uiterlijke) vorm, maar zijn dragers van dezelfde inhoud.

Keer op keer moet ik een lans breken voor het bewustzijn, dat de werkelijke be-stuurder van ons leven en levenspad is. Vreemd immers, hoe in de gepopulariseerde versies die in de New Age en op Facebook de ronde doen, het bestaan van een zich-zelf besturende identiteit, wordt verworpen. Het "ik" is zogezegd een illusie; en het ego moet verworpen worden. Dit getuigt van erg kinderlijke en / of erg cerebrale voorstellingen over de struktuur van de psyche, het bewustzijn en de bewustzijns-groei. Kinderlijk, omdat het dan een poging is om zijn verantwoordelijkheid als "ik" te ontkennen. Als kind maken we fouten, en leren we uit onze fouten door ons be-wust te worden wat we ermee aanrichten. Als er geen "ik" meer zou zijn, dan kunnen we ook geen fouten meer maken, want dan zouden onze handelingen zogezegd wil-lekeurig zijn. Alles mag dan! Karma afgeschaft, en meteen ook bewustzijns-groei, omdat elk groeiproces een (zelf-)realisatie inhoudt. Neem de groei weg, en wat overblijft is een soort wishfull-thinking voorstelling waar "problemen" en verkeerd (denken, handelen, voelen, ....) niet meer bestaan. Zich realiseren komt echter van reali-teit: het ik konfronteert zich met de werkelijkheid, en wat het daaruit leert .

Focust men zich op de relatie ik-bewustzijn, dan kan tenslotte devolgende voorstel-ling helpen om dit verband beter te begrijpen: de kern van dit "ik" bestaat uit een kiem waarin zowel het lager als het hoger zelf vervat zijn. Beide "helften" hebben immers hun funkties te vervullen in de "lagere" en "hogere" bestaansvlakken waarin dat ik moet funktioneren en leven. Immers: levende wezens die hun individualiteit niet kunnen ontwikkelen, of kinderen die door gebrek aan opvoeding of sociale kon-takten hun ik niet kunnen laten groeien, blijven ook in hun bewustzijnsontwikkeling steken (denk aan de zogenaamde "wolfskinderen" in die kontext).

Het probleem is derhalve niet "to have an ego or not", want we hebben dat ego altijd NODIG. En we kunnen ook niet zonder. Denken dat als we het ego zouden ampute-ren , we "betere" mensen zouden worden en de wereld een betere plaats om te leven, is: a/ een cerebrale (!) voorstelling; b/ een illusie. We zullen bijvoorbeeld ook niet beter kunnen gaan, als we onze onderbenen zouden laten wegnemen. Hoger EN lager zelf zijn onafscheidelijk verbonden in deze kiem-zelf. Als het lager zelf proble-men kan geven, is dat niet op het conto van het "ego" te zetten, maar op die van de manier waarop de persoon zijn lager zelf binnen dit ego hanteert. Het hoger zelf kan namelijk OOK voor problemen zorgen, wanneer het pretendeert te zijn, waar het ego nog niet aan toe is. Dat fameuze ego is dus uiteindelijk slechts de modus operan-di van dat zelf in het hier en nu, en geeft een stand van zaken weer. Het hangt dus af van de groei van dat zelf of van de bewustzijnsgroei, in welke ontwikkelingsfase dit ego zich zal bevinden. Men moet het ego niet verwerpen of ontkennen, maar verfij-nen en veredelen (schiet niet op de boodschapper!). Op de figuur hierboven heb ik visueel dit verband proberen te verduidelijken: wanneer het zelf of bewustzijn groeit, (ver)vult het meer en meer het ego. Een bewuste persoon bevat geen "groot ego", maar een "vervuld ego", waardoor hij of zij ook geen nood heeft om zich steeds en overal te manifesteren. Een vervuld ego is een "nederig" ego omdat het vrede heeft met zichzelf en "vol" genoeg is uit zichzelf. Personen met een groot ego zijn juist deze mensen die zich teveel willen bewijzen door een overkompensatie vanuit een inner-lijk tekort. Dit heeft Adler ons geleerd.

Op de figuur hieronder heb ik dan weer de actualisatie van deze zelf-ontwikkeling proberen weer te geven. Een voorstelling is maar een voorstelling nietwaar, maar het is een poging om uit te beelden, hoe het zelf een persoon in het "lager" of "hoger" bestaansvlak kan duwen, door lager zelf of hoger zelf te overaccentueren, en dito het hoger of lager zelf te onderontwikkelen. De psyche groeit nogal scheef waardoor een bepaalde een-zijdigheid optreedt: één helft is overontwikkeld en overaktief; en de andere helft is onderontwikkeld en onderaktief. Een psyche in balans echter, accep-teert en ontwikkelt ALLE helften en bestaansvlakken.