Art 33
Bitterzoet (Solanium dulcamara)

De naam berust op de ervaring die iedereen sinds de dageraad van de mens-heid met alle anderen heeft gedeeld: wanneer men op een stengel van die plant kauwt, dan is de eerste smaak bitter, en de nasmaak zoet omdat onder invloed van het speeksel het sap in suiker wordt geplitst. Samen: bitterzoet; kan het eenvoudiger en accurater? Jawel hoor, de mens blijft voor verwarring zorgen: in de Latijnse soortnaam dulcamara geeft men de omgekeerde volg-orde: dulcis=zoet + amarus=bitter. Er bestaat wel geen kans om deze plant met een andere te verwarren: de paarse bloemen met een geel kegeltje in het midden (de vergroeide meeldraden), maken duidelijk dat men te maken heeft met een vertegenwoordiger van de Nachtschadigen of de Solaniceae-familie. Deze Nachtschadigen zijn een kosmopolitiese familie van kruiden, heesters en enkele bomen, en voor de mens onontbeerlijk gezien daar een aantal belang-rijke groentegewassen bij horen zoals aardappels, tomaten, paprika's, pili pili's en aubergines. De vruchten van de Bitterzoet zijn ook een soort mini-tomaatjes. Toen Tomaten voor het eerst uit Zuid-Amerika in Europa aankwa-men, wou niemand die eten: de scharlaken rode kleur geldt immers in het Westen als een verwittigingssignaal van giftigheid, en dus om daar vanaf te blijven. Dat thans kleine kinderen dit instinct verloren hebben, is op conto van de moderne eetgewoonten te zetten met rode bessen van overal ter we-reld in de étalage van grootwarenhuizen. Komt er nog eens bij dat het loof van Bitterzoet giftiger is dan de bessen, zoals dat ook bij de aardappel het geval is.

Bitterzoet komt algemeen voor in de Noordelijke kontinenten (Noord-Ameri-ka, Noord-Afrika, Azië, Europa) en heeft zich zelfs van daaruit Zuidelijker verspreid over India, China, Japan, Thailand tot en met Nieuw-Zeeland. Voor -waarde is een vochtige standplaats: langs oevers, in de halfschaduw van kreupelhout, aan bosranden, tot zelfs duinbosjes. Omdat het een halve hees-ter/halve klimplant is die zich weliswaar niet omstrengelt met hechtranken rond, maar toch steun zoekt tegen grotere takken en bomen, blijft hij als over-levende plant toch van bescheiden grootte en omvang. Alleen de onderste tak-ken verhouten terwijl de bovenste delen kruidachtig blijven. De takken kun-nen rechtop groeien, maar zijn nogal slap, waardoor ze -vooral langs sloot-kanten- tot op het water neerhangen. Tussen kreupelhout en heggen slingert Bitterzoet zich langs de takken van haar buren omhoog tot een hoogte van om en bij de 2 meter.

Omdat de plant zo'n oude bekende is, is het vreemd dat er zo weinig over Bitterzoet bekend of bewaard is gebleven. Alleen losse fragmenten die als on-samenhangende puzzelstukken niet in elkaar passen. Ofwel heeft Bitterzoet zijn "privacy" in de loop der eeuwen goed weten af te schermen; ofwel is de plant een enigma wiens geheim weinigen tot nu toe hebben weten doorgron-den. Zich afschermen tegen de buitenwereld, de verdegingsstrategie, is ei-gen aan de Saturnus-energie. En als men niet groot en sterk is, moet men zich gedekt houden en opgroeien op vergeten plaatsen onder de beschutting van een wal, een heg, een muur of een boom (men heeft nl al planten gevon-den groeiend IN de kruin van een knotwilg). Door zijn giftigheid mijd "men" de plant liever: alleen bijen voor de bevruchting van de bloemen en vogels om de bessen te eten (en dus de zaden te verspreiden) krijgen even toegang. Voor de rest staat er als het ware een bordje met Verboden Toegang op Bitterzoet. Saturnus is een goede wachter.

Dan weet men meteen ook waarom de mummie van Toetankhamon een krans van bitterzoetbessen rond de hals droeg: om hem veilig de oversteek naar de andere wereld te doen maken (het heeft zijn graf dan toch beschermd tegen plunderingen). In de bijgelovige Middeleeuwen werd Bitterzoet zowel opge-hangen boven een wieg om de baby te beschermen tegen kwalijke invloeden, alswel in de stal om het vee tegen "het boze oog" (=het kwaad) te bescher-men. In oude Wicca-gebruiken behoorde Bitterzoet tot de "negenderhande kruiden": 9 kruiden die de kracht hadden om betoveringen te doorbreken, ziekten te bestrijden en bliksem weg te houden (naast Bijvoet, Alant, Lieve-vrouwebedstro, Citroenkruid, Valeriaan, Alsem, Leverkruid, Boereworm-kruid). Men maakte er een anti-magiese ruiker mee, met Bitterzoet in de bui-tenste cirkel. Door een klein stukje Bitterzoet aan het lichaam te binden of te dragen, kon men volgens Culpeper "genezen" van hoogtevrees en duizelig-heid. In de Bloemensymboliek staat Bittezoet voor waarheid en betekent het: iets oprecht menen; ik méén het.

Ook het gebruik van Bitterzoet als geneeskruid maakt dit duidelijk: uit de tal-rijke (en vaak minder succesvolle) toepassingen waarvoor de plant werd ge-bruikt, kan men een duidelijke Saturnale werking van afkoeling (bij koorts), afremming en samentrekking/eleminatie (bloedzuivend, urinedrijvend, zweet -drijvend, jicht, reuma, arthritis) onderkennen. Onder Saturnus vallen AS-TROLOGIES de beenderen en de huid. Welnu in de toepassingen van Bitter-zoet kan men een hele (was)lijst voor de huid vinden (acné, psoriasis, huid-schilfering, netelroos, cellulitis, steenpuisten), hetzij extern als kompres, het-zij intern dan bij voorkeur onder de vorm van een tinctuur in dosering.

Als ANALOOG KRUID past Bitterzoet dus bij het menstype dat be-heersing en kontrole zoekt, maar gezien de veeleisendheid daarvan nogal gefrustreerd en knorrig door het leven gaat. Men moet zich realiseren dat perfektie slechts een streefdoel kan zijn, en geen realiteit. Ipv zich te ergeren aan de onvolmaaktheden en fouten, zou men er beter aan doen van minder streng te oordelen, in de eerste plaats over zichzelf. Wees dus lief voor jezelf, en toleranter voor anderen, want fouten en vergissingen gebeuren om eruit te leren, en niet om erop beoordeeld/veroordeeld te worden. Aanvaard je eigen tekortkomingen want ze maken je niet alleen "naakt" en kwetsbaar, maar in de eerste plaats menselijk. En wees empatieser voor de tekortkomingen van anderen: iedereen moet een rugzak dragen met dingen die hij verkeerd deed, omdat iedereen zijn levenslessen moet leren. Te grote spanning en verkram-ping leidt tot huidaandoeningen of reumatiese klachten doordat de konflikten neerslaan in het lichaam ipv opgelost te worden door een aanpassing.

Een plaats volledig hermeties afsluiten is echter een onmogelijkheid: er blij-ven steeds nog sluiproutes, geheime doorgangen, rioleringen, bevoorradingen aanwezig langswaar men in een bolwerk of een burcht kan binnensluipen. Elke verdediging kent dus gaten: doorgangen die zich openen door list (het Paard van Troje), door verraad, door kennis van de toverformule (de Grot van Alibaba), door het zingen van een lied, door het drukken op een geheime knop, door zich te vermommen, ..... In te sterk geïsoleerde huizen is er onvol-doende ventilatie en uitwisseling van lucht en vocht; circulatie is dus steeds noodzakelijk en staat haaks op die nood aan afscherming. M.a.w. er huist in Bitterzoet nog een andere energie die het hermetisme van Saturnus doorbreekt en voor interaktie met de omgeving zorgt. De slapheid van de plant die meer hangt en kruipt dan staat, geeft al een indikatie. De nood aan een vochtige standplaats geeft er een andere: Water. De paarse bloemen tenslotte maken duidelijk over welke energie het gaat: Neptunus. Die zit niet alleen in de bloemen, want uit de plant zélf werd vroeger een paarse kleurstof gemaakt. De Oude Germanen gebruikten Bitterzoet als narcoticum. Daaraan ontleent de familie trouwens haar naam: solanum komt van het Latijnse sola-men, wat troostmiddel betekent. Het slaat op de pijnstillende en verdovende werking van dit plantegeslacht.

Als COMPLEMENTAIR KRUID past Bitterzoet dus bij het mee -gaande type, dat de weg van de luiheid en de minste inspanning prefereert. De eigen individualiteit wordt NIET centraal geplaatst, want in de gevaarlijke wereld biedt het zich ONzichtbaar maken en NIET opvallen meer kans op sur -vival. Men probeert zichzelf dus op allerhande manieren te verbergen om niet in het oog te springen. Alleen: deze strategie bevat ook een paar uitgespro -ken nadelen; wanneer men geen initiatief neemt om het tij te doen keren, dan moet men steeds het tij volgen. Men is dan niet alleen afhankelijk van wat de anderen doen, maar is er ook aan onderworpen. De passiviteit, de ho-righeid en het gebrek aan ruggegraat (!) die daarvan gevolgen zijn, kunnen zuur opbreken en een hele lijst aan psychosomatiese klachten veroorzaken vanuit een soort onvrede over zijn eigen onvermogen. Men bevriest (freeze) of graakt helemaal verlamd.

HOMEOPATIES is Bitterzoet wel goed gedefiniëerd geworden: het wordt gebruikt bij ontstekingen veroorzaakt door koude, vocht en afkoeling. Voor ontstoken slijmvliezen van neus, ogen, oren, blaas, gewrichten, darm (diarree) door airco, zitten op koude grond, eten van ijs of drinken van koude dranken, verblijf in een koude en vochtige woning, koude voeten. Dulcamara helpt om losser te ademen (astma) en te bewegen (reuma) na een aanval van koude.